ECLI:NL:GHLEE:2009:BH5246

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001987-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en werkstraf opgelegd door het Gerechtshof Leeuwarden

Op 9 maart 2009 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van diefstal met geweld. De verdachte, geboren in 1985, had op 28 november 2007 in [plaats] een geldbedrag van 345 euro weggenomen van [benadeelde], waarbij hij geweld gebruikte door haar bij de arm te pakken en met kracht weg te duwen, waardoor zij ten val kwam. De politierechter in de rechtbank Groningen had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw van de verdachte verklaard dat zij de verdachte ter terechtzitting verdedigde. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen vervangende hechtenis, en de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag aan de rechthebbende. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen en verklaarde de verdachte strafbaar.

De strafmotivering van het hof was gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, evenals de persoon van de verdachte. Het hof legde een werkstraf op van 140 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 70 dagen zou worden toegepast. Tevens werd de teruggave van het in beslag genomen geldbedrag van 345 euro aan de rechthebbende gelast. Het hof heeft de artikelen 22d, 22c (oud), 63 (oud), 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht toegepast in zijn beslissing.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001987-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-650658-08
Arrest van 9 maart 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 30 juli 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. M.H. Heeg, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en beslist omtrent de inbeslaggenomen goederen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen vervangende hechtenis en dat het inbeslaggenomen geldbedrag van 345 euro zal worden teruggegeven aan de rechthebbende [benadeelde].
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Na verbeterde lezing is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 november 2007 te [plaats], in ieder geval in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van driehonderdvijftig euro, dan wel driehonderdvijvenveertig euro, dan wel vijftig euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte [benadeelde] bij een arm heeft gepakt en/of met kracht heeft weggeduwd, waardoor [benadeelde] ten val kwam.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 28 november 2007 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van driehonderdvijfenveertig euro, toebehorende aan [benadeelde], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen [benadeelde], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welk geweld hierin bestond dat verdachte [benadeelde] bij een arm heeft gepakt en met kracht heeft weggeduwd, waardoor [benadeelde] ten val kwam.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken.
Strafbaarheid
Verdachte is strafbaar. Strafuitsluitingsgronden zijn niet aanwezig.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft, na zijn bezoek aan een prostituee, een geldbedrag van 345 euro van haar gestolen. Daarbij heeft verdachte geweld gebruikt. Door zo te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van het slachtoffer en haar lichamelijke integriteit geschonden.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 10 december 2008 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder ook soortgelijke feiten.
Gelet op het voorgaande acht het hof de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal in hoger beroep gevorderde straf passend en geboden.
Beslissing omtrent het inbeslaggenomen geld
Het hof zal de teruggave gelasten aan de rechthebbende [benadeelde] van het onder verdachte in beslaggenomen geldbedrag van 345 euro.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22d, 22c (oud), 63 (oud), 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdveertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zeventig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag;
gelast de teruggave aan de rechthebbende [benadeelde] van:
345 euro, bestaande uit 5 biljetten van E 50,-, 1 biljet van E 20,-, 6 biljetten van E 10,-, en uit 3 biljetten van E 5,-.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. S.H. Wachter en mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van A.L. Wilkens als griffier, zijnde mr. Lolkema voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.