5. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken, staat mede gezien de overgelegde producties, omtrent de feiten het volgende vast.
5.1 [appellante] is sedert 1 juli 2005 eigenaar van het pand aan de [adres]. Zij wilde dat pand, een voormalig dorpshuis, verbouwen en geschikt maken voor het exploiteren van een "bed en breakfast", voor een trainingsruimte voor door haar als psychologe te geven trainingen en voor privé-woning.
5.2 Noorbouw heeft, net als enkele andere aannemers, in juni 2005 een offerte uitgebracht betreffende de verbouwing. De, uitvoerig gespecificeerde, offerte sluit op een bedrag van € 224.125,89 (inclusief BTW). Aan het slot van de offerte is vermeld dat in de offerte de kosten van onder meer constructieve aanpassingen van de verdiepingsvloer, (niet vermelde) constructieve aanpassingen in verband met de gewijzigde indeling, schilderwerk, de keuken en werkzaamheden aan de buitenzijde van het pand, de tuin en het terras niet in de offerte begrepen zijn. In de offerte is aangegeven dat de verdiepingsvloer versterkt moet worden.
5.3 [appellante] heeft Noorbouw opdracht gegeven de verbouwing te realiseren. Er zijn geen termijnen overeengekomen over de oplevering van (de verschillende onderdelen van) de verbouwing.
5.4 Noorbouw is op 4 juli 2005 met de werkzaamheden begonnen. Noorbouw en [appellante] hebben wekelijks bouwvergaderingen gehad - [appellante] had geen directie aangesteld - en hadden daarnaast veelvuldig contact, per email, telefonisch of mondeling (al dan niet via de betrokken werknemers).
5.5 [appellante] is eind november 2005 in het pand gaan wonen. [appellante] is het pand ook gaan gebruiken voor het geven van trainingen. De eerste trainingen zijn eind september 2005 gegeven. Vanwege de trainingen kon Noorbouw een aantal dagen niet in het pand aan het werk.
5.6 [appellante] heeft, onder meer in een mail van 13 november 2005, geklaagd over onderdelen van het door Noorbouw verrichte werk.
5.7 Noorbouw heeft [appellante] wekelijks facturen gestuurd. In de facturen worden verwerkte materialen, reiskosten en gewerkte uren vermeld. De facturen werden aanvankelijk volledig voldaan. Na verloop van tijd ontstond een betalingsachterstand, die begin februari 2006 volgens de administratie van Noorbouw was opgelopen tot een bedrag van € 97.744,72.
5.8 In een mail aan Noorbouw van 2 februari 2006 schreef [appellante] dat zij een nog openstaande factuur uit 2005 van € 27.000,00 zou betalen en dat zij daarna met betalen zou stoppen, omdat zij zich niet serieus genomen voelt door Noorbouw. In de mail geeft zij een opsomming van zaken die nog niet af zijn.
5.9 Naar aanleiding van deze mail heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [appellante] en Noorbouw. In een mail van 4 februari 2006 bevestigt Noorbouw het gesprek. Volgens Noorbouw is afgesproken dat [appellante] een factuur van € 27.358,24 direct zal betalen. Noorbouw stelt voor dat [appellante] het dan nog openstaande bedrag zal proberen in te lopen door iedere week iets - Noorbouw vermeldt een bedrag van
€ 2.500,00 - te betalen. Noorbouw zal een aantal in de mail vermelde zaken zo spoedig mogelijk - gestreefd wordt naar uiterlijk 17 februari 2006 - afmaken en zal vervolgens met haar werkzaamheden stoppen tot begin mei 2006. [appellante] heeft dan de mogelijkheid om "wat bij te komen". Noorbouw geeft in de mail aan te hopen dat er in mei 2006 een overzichtelijk bedrag openstaat en dat dan verdere afspraken gemaakt kunnen worden over het restbedrag en de nog te verrichten werkzaamheden.
5.10 In een mail van 20 februari 2006 aan [appellante] schreef Noorbouw dat het, vanwege drukke werkzaamheden elders, niet mogelijk was geweest om alle afgesproken werkzaamheden te verrichten, maar dat dit in de week van 20 februari 2006 zou gebeuren. Verder schreef Noorbouw die week een betaling van [appellante] te verwachten en gaf zij aan het onwenselijk te vinden dat zij deels de verbouwing van [appellante] financierde.
5.11 In een uitgebreide mail van 20 februari 2006 aan Noorbouw schreef [appellante] dat Noorbouw de afspraken niet was nagekomen. Verder maakte zij melding van een groot aantal klachten en schreef zij dat zij ontevreden was en niet tot betaling te zullen overgaan voordat een aantal zaken echt hersteld is. Tenslotte maakte ze melding van het feit dat, zoals besproken, er tot 22 mei niet gewerkt kon worden in het pand.
5.12 In een brief van 5 maart 2006 aan Noorbouw schreef [appellante] dat van een (gedeeltelijke) oplevering van het pand geen sprake kon zijn, omdat er te veel onvolkomenheden zijn. In een lijst bij deze brief somt [appellante] een groot aantal "nog te verbeteren punten" op.
5.13 In een brief aan [appellante] van 13 april 2006 schreef Noorbouw dat zij een gedeeltelijke oplevering wenste. Bij de brief is de in de vorige rechtsoverweging aangehaalde lijst met te verbeteren punten gevoegd, die volgens Noorbouw bij de oplevering kan worden afgevinkt, alsmede een door [appellante] te ondertekenen "opleveringskeuring fase 1".
5.14 Op 18 april 2006 heeft zich een aantal medewerkers van Noorbouw bij het pand gemeld in verband met de door Noorbouw beoogde oplevering. [appellante] heeft deze medewerkers geen toegang tot het pand verleend.
5.16 In een brief van 18 april 2006 aan [appellante] schreef Noorbouw dat een gedeeltelijke oplevering was afgesproken "om een periode af te sluiten waarin veelvuldig contact is geweest over wat af moet zijn en wat nog niet". Verder schreef zij dat een afspraak was gemaakt voor 18 april 2006 om de laatste punten van de afgesproken eerste fase af te wikkelen en tot oplevering daarvan over te gaan, maar dat [appellante] Noorbouw de toegang heeft geweigerd. Noorbouw kondigt in de brief aan nog facturen te sturen voor de in de afgelopen periode verrichte werkzaamheden en geeft [appellante] tot 21 april 2006 de gelegenheid de openstaande facturen te betalen.
5.17 Op 19 april 2006 heeft in opdracht van [appellante] een bouwkeuring plaatsgevonden door een deskundige van de Vereniging Eigen Huis. Het rapport van die datum betreffende de keuring maakt melding van 63 tekortkomingen. Geen van die tekortkomingen wordt als ernstig gekwalificeerd.
5.18 In een brief van 25 april 2006 aan Noorbouw schreef [appellante] dat zij de daaropvolgende week zal reageren op de brief van 18 april 2006 en dat zij zich intussen zal houden aan de overeengekomen betalingsregeling.
5.19 Noorbouw heeft [appellante] in totaal € 410.737,06 (inclusief BTW, exclusief een rentenota) in rekening gebracht, waarop door [appellante] € 350.170,82 is betaald (waaronder een bedrag van € 2.500,00 op 27 april 2006), zodat € 60.566,24 resteert.
5.20 Bij brief van 4 mei 2006 heeft de raadsman van [appellante] een kopie van het rapport van de Vereniging Eigen Huis naar Noorbouw gestuurd. De raadsman kondigde in deze brief onder meer aan dat [appellante] een derde opdracht zal geven om de met de gebreken gemoeide herstelkosten te beoordelen en dat [appellante] iedere betaling opschort. Noorbouw had haar vordering inmiddels in handen gegeven van een deurwaarder, die [appellante] bij brief van 3 mei 2006 tot betaling van een bedrag van
€ 73.951,11 had gesommeerd.