ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4226

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
27 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000133-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van goederen uit winkel met eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, die eerder al driemaal was vervolgd voor diefstal, werd beschuldigd van het stelen van een riem en een paar leren handschoenen uit de winkel van V&D op 25 oktober 2007. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld en een werkstraf opgelegd, evenals de teruggave van de in beslag genomen goederen aan de rechthebbende. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken geëist, alsook de teruggave van de goederen aan V&D en de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de diefstal wettig en overtuigend bewezen en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van achtentwintig uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van veertien dagen kan worden opgelegd.

Daarnaast heeft het hof de proeftijd van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf met een jaar verlengd, omdat de verdachte zich tijdens deze proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die zorg draagt voor zijn zieke echtgenote. Het hof heeft besloten om in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een werkstraf op te leggen, gezien de omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000133-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-621865-07 en 07-470294-06 (tul)
Arrest van 27 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 14 januari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. O.G. Schuur, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, teruggave gelast aan rechthebbende van de in beslag genomen goederen en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte wegens het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, dat het hof zal bepalen dat de inbeslaggenomen riem en handschoenen zullen worden teruggegeven aan Vroom en Dreesmann en dat het hof de tenuitvoerlegging van de onder parketnummer 07-470294-06 voorwaardelijk aan verdachte opgelegde gevangenisstraf voor de duur van een week zal gelasten.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd, dat:
verdachte op of omstreeks 25 oktober 2007, te en in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de winkelvoorraad van na te noemen rechthebbende(n) heeft weggenomen een riem en/of een paar leren handschoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan V&D, in ieder geval aan een ander of anderen dan verdachte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
verdachte op of omstreeks 25 oktober 2007, te en in de gemeente [gemeente], opzettelijk een riem en/of een paar leren handschoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan V&D, in ieder geval aan een ander of anderen dan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van genoemde rechthebbende had genomen onder gehoudenheid het vorenstaande te betalen, althans ter betaling aan te bieden, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
primair:
verdachte op 25 oktober 2007, te en in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de winkelvoorraad van na te noemen rechthebbende heeft weggenomen een riem en een paar leren handschoenen, toebehorende aan V&D.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
primair: diefstal.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de in hoger beroep op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal. Dergelijke vermogenscriminaliteit pleegt hinder, schade en ergernis te veroorzaken voor het slachtoffer daarvan. De verdachte heeft er door zijn handelen blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte, in de periode van nog geen vier jaren waarin hij in ons land verblijft, blijkens een hem betreffend uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 26 november 2008 driemaal eerder is vervolgd ter zake van soortgelijke strafbare feiten. Verdachte betaalde ter zake eenmaal een transactie, werd eenmaal veroordeeld tot een deels voorwaardelijke geldboete en hij werd eenmaal veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof acht, mede gelet op de omstandigheid dat verdachte de zorg heeft voor zijn zieke echtgenote, gronden aanwezig om in plaats van de door de advocaat-generaal gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur op te leggen.
Beslissing op de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling parketnummer 07-470294-06
Bij vonnis van politierechter te Zwolle-Lelystad d.d. 22 maart 2007 is veroordeelde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een week voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 6 april 2007. De proeftijd is ingegaan op 6 april 2007. De officier van justitie vordert d.d. 6 december 2007 dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, om reden, dat veroordeelde zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu gebleken is, dat voormelde proeftijd nog niet is verstreken en het hof, gelet op het verhandelde ter terechtzitting van het hof, onvoldoende grond aanwezig acht voormelde vordering van de officier van justitie toe te wijzen, zal het hof voormelde proeftijd verlengen met een termijn van één jaar.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14f, 14g, 22c(oud), 22d en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast;
gelast de teruggave aan Vroom & Dreesmann van:
- een paar handschoenen;
- een riem;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Zwolle-Lelystad van 22 maart 2007;
verlengt de bij dit vonnis gestelde proeftijd met een jaar.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. J.A. Wiarda en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. A. Meester als griffier, zijnde mr. Wiarda voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.