ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4048

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002519-07
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en verduistering door promotor van het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte, werkzaam als promotor bij het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), heeft zich gedurende bijna drie jaar schuldig gemaakt aan oplichting en verduistering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte stelselmatig gelden, bestemd voor het KWF, in haar eigen zak heeft gestoken, met een totaal benadelingsbedrag van bijna € 167.000,-. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld, maar de advocaat-generaal vorderde een lagere straf in hoger beroep. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal niet gevolgd en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarde dat zij zich onder toezicht van de reclassering moet stellen. Het hof heeft rekening gehouden met 38 ad informandum gevoegde soortgelijke feiten en de verminderd toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld door een psycholoog. De verdachte heeft verklaard dat zij de gestolen gelden heeft gebruikt voor luxe goederen. Het hof heeft ook de emotionele schade voor de donateurs in overweging genomen, die door haar handelen zijn benadeeld. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op het KWF en de betrokken donateurs.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002519-07
Parketnummer eerste aanleg: 19-614004-06
Arrest van 26 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 9 oktober 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsman mr. E.J. Kuiters, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis ter zake van het onder 1 primair, 2 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en onder de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd onder toezicht van de reclassering zal stellen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode 01 juni 2005 tot en met 31 juli 2006 in de gemeent(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] en/of [gemeente 4], op verschillende tijdstippen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk een geldbedrag van Euro 799,- en/of Euro 413,12, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan (respectievelijk)
- het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), althans aan [betrokkene 1] (en/of één of meer familieleden van die [betrokkene 1]) (p. 1036),
en/of
- het KWF, althans aan [betrokkene 2] (en/of één of meer familieleden van die [betrokkene 2]) (p. 168 en p. 925),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of haar mededader (telkens) uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van verdachte van/als promotor bij het KWF, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had(den) (hebbende genoemde personen -de collectebus van het KWF met daarin- het geldbedrag als donatie ten behoeve van het KWF aan verdachte en/of haar mededader doen toekomen), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
zij in of omstreeks de periode 01 juni 2005 tot en met 31 juli 2006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] en/of [gemeente 4] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van (één of meer collectebussen met daar in) één of meer geldbedragen, te weten:
- [betrokkene 1] (en/of één of meer familieleden van die [betrokkene 1]), een geldbedrag van Euro 799 (p. 1036), en/of
- [betrokkene 2] (en/of één of meer familieleden van die [betrokkene 2]) (en/of één of meer medewerkers van het crematorium "[naam 1]" te [plaats 1]), een geldbedrag van Euro 413,12 (p. 168 en p. 925),
hebbende verdachte, zijnde werknemer bij (althans werkzaam voor) het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), en/of haar mededader, (telkens) met vorenomschreven oogmerk (zakelijk weergegeven) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- (in de hoedanigheid van werknemer bij het KWF, althans zijnde werkzaam voor het KWF,) kontakt gehad en/of onderhouden met één of meer van bovengenoemde personen, en/of
- (vervolgens) bij die perso(o)n(en) genoemd(e) collectebus(sen) en/of geldbedrag(en) in ontvangst genomen en/of afgehaald en/of geteld, en/of
- (daarbij en/of mede daardoor) de indruk gewekt en/of doen voorkomen dat zij en/of haar mededader (voornoem)de geldbedragen en/of collectebussen, (op haar beurt) zou(den) overschrijven op de/een rekening van het KWF, althans afdragen aan het KWF,
waardoor bovengenoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
2.
zij in of omstreeks de periode 01 december 2005 tot en met 31 mei 2006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 5] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in de vorm van het overmaken van een geldbedrag op rekeningnummer [rekeningnummer]), te weten:
- [betrokkene 3], een geldbedrag van Euro 2.000 (p. 1057), en/of
- [betrokkene 4] en/of de rechtspersoon "[naam 2]", een geldbedrag van Euro 1.271,25 (p. 1083), en/of
- [betrokkene 5] en/of (één of meer personen werkzaam bij) het [naam school] te [plaats 2], een geldbedrag van Euro 10.361,09 (p. 1100),
hebbende verdachte, zijnde werknemer bij (althans werkzaam voor) het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), en/of haar mededader (telkens) met vorenomschreven oogmerk (zakelijk weergegeven) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- (in de hoedanigheid van werknemer bij het KWF, althans zijnde werkzaam voor het KWF,) kontakt gehad en/of onderhouden met één of meer van bovengenoemde (rechts)personen, en/of
- (daarbij en/of mede daardoor) de indruk gewekt en/of doen voorkomen dat zij en/of haar mededader de aan haar, verdachte, en/of haar mededader af te dragen, althans over te schrijven, gelden, (op haar beurt) zou(den) overschrijven op de/een rekening van het KWF, althans zou(den) bezorgen bij het KWF, en/of
- (daarbij) vorengenoemde (rechts)perso(o)n(en) voorgehouden dat deze de gelden moesten overmaken op (Rabobank) rekeningnummer [rekeningnummer], en/of
- (daarbij) gezegd dat genoemde rekening toebehoorde aan het KWF, althans doen voorkomen en/of de indruk gewekt dat genoemde rekening toebehoorde aan het KWF (terwijl het in werkelijkheid een privé-rekening van verdachte en/of haar mededader betrof),
waardoor bovengenoemde (rechts)perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
zij in of omstreeks de periode 01 december 2005 tot en met 31 mei 20006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 5] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk één of meer geldbedragen van Euro 2.000 en/of Euro 2.171,25 en/of Euro 10.361,09 dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan (respectievelijk)
- het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), althans aan [betrokkene 3] en/of de muziekband "[naam 3]", en/of
- het KWF, althans aan [betrokkene 4] en/of de rechtspersoon "[naam 2]", en/of
- het KWF, althans aan [betrokkene 5] en/of het [naam school] te [plaats 2],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of haar mededader (telkens) uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van verdachte van/als promotor bij het KWF, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had(den) (hebbende genoemde personen en/of rechtspersonen de geldbedragen als donatie aan het KWF aan verdachte en/of haar mededader doen toekomen), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
3.
zij in of omstreeks de periode 01 oktober 2003 tot en met 31 juli 2006 in de gemeent(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 6] en/of [gemeente 7] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer personen heeft bewogen tot de afgifte van (één of meer collectebussen met daarin) één of meer geldbedragen, te weten:
- [betrokkene 6] en/of de rechtspersoon "[naam 4]", één of meer geldbedragen ad (in totaal) Euro 1.808,72 (p. 1124), en/of
- [betrokkene 7], een geldbedrag van Euro 315,40 (p. 1136), en/of
- [betrokkene 8], één of meer geldbedragen ad (in totaal) Euro 3.122,30 (p. 1150),
hebbende verdachte, zijnde werknemer bij (althans werkzaam voor) het Koningin Wilhelmina-fonds Kankerbestrijding (KWF), en/of haar mededader (telkens) met vorenomschreven oogmerk (zakelijk weergegeven) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- (in de hoedanigheid van werknemer bij het KWF, althans zijnde werkzaam voor het KWF,) kontakt gehad en/of onderhouden met één of meer van bovengenoemde personen, en/of
- (vervolgens) bij die perso(o)n(en) genoemd(e) collectebus(sen) en/of geldbedrag(en) in ontvangst genomen en/of afgehaald en/of geteld, en/of
- (daarbij en/of mede daardoor) de indruk gewekt en/of doen voorkomen dat zij en/of haar mededader (voornoem)de geldbedragen en/of collectebussen, (op haar beurt) zou(den) overschrijven op de/een rekening van het KWF, althans afdragen aan het KWF,
waardoor bovengenoemde (rechts)perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
zij in of omstreeks de periode 01 oktober 2003 tot en met 31 juli 2006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 6] en/of [gemeente 7] en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk één of meer geldbedragen van Euro 1.808,72 en/of Euro 315,40 en/of Euro 3.122,30 dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan (respectievelijk)
- het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), althans aan [betrokkene 6] en/of de rechtspersoon "[naam 4]", en/of
- het KWF, althans aan [betrokkene 7], en/of
- het KWF, althans aan [betrokkene 8],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader, en welk(e) geldbedrag(en) verdachte en/of haar mededader (telkens) uit hoofde van de persoonlijke dienstbetrekking van verdachte van/als promotor bij het KWF, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had(den) (hebbende genoemde personen en/of rechtspersonen de geldbedragen als donatie aan het KWF aan verdachte en/of haar mededader doen toekomen), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend.
Vrijspraak
Het hof acht - anders dan de advocaat-generaal - niet bewezen hetgeen onder 3 primair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
Met name acht het hof niet bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde personen door middel van oplichtingshandelingen heeft bewogen tot de afgifte van de genoemde geldbedragen. Verdachte heeft verklaard dat zij de desbetreffende gelden namens het KWF aannam met de bedoeling deze gelden af te dragen aan het KWF. Nadat zij de gelden in ontvangst had genomen nam zij echter de beslissing de gelden voor zichzelf te gebruiken. Het hof gaat uit van deze door verdachte beschreven gang van zaken en zal haar vrijspreken van het onder 3 primair ten laste gelegde.
Bewijsoverweging
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep gevorderd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 primair ten laste gelegde verduistering in dienstbetrekking. De advocaat-generaal is van mening dat niet bewezen kan worden dat verdachte de gelden anders dan door misdrijf onder zich had, omdat zij als promotor van het KWF niet gerechtigd was om de gelden onder zich te hebben. Volgens de advocaat-generaal dient verdachte te worden veroordeeld voor de onder 1 subsidiair ten laste gelegde oplichting.
Het hof volgt de advocaat-generaal hierin niet. Weliswaar blijkt uit de door de advocaat-generaal aangehaalde verklaring van [betrokkene 9] van het KWF dat verdachte officieel niet gerechtigd was het geld van collectes en andere giften in ontvangst te nemen, maar volgens verdachte gebeurde dit in die tijd in de praktijk wel. Bovendien heeft verdachte - zoals hierboven reeds is weergegeven - de gelden in haar hoedanigheid van promotor bij het KWF telkens in ontvangst genomen met de bedoeling de gelden af te dragen aan het KWF. Gelet hierop had verdachte de door haar in ontvangst genomen gelden naar het oordeel van het hof uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking onder zich.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode 01 juni 2005 tot en met 31 juli 2006 in de gemeent(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 3] en/of [gemeente 4], op verschillende tijdstippen, opzettelijk geldbedragen van Euro 799,- en Euro 413,12, die toebehoorden aan het Koningin Wilhelmina-fonds Kankerbestrijding (KWF) en welke geldbedragen verdachte telkens uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als promotor bij het KWF onder zich had, hebbende [betrokkene 1] en [betrokkene 2] de collectebus van het KWF met daarin het geldbedrag als donatie ten behoeve van het KWF aan verdachte doen toekomen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
zij in de periode 01 december 2005 tot en met 31 mei 2006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 2] en/of [gemeente 5] en/of elders in Nederland, op verschillende tijdstippen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen personen heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (in de vorm van het overmaken van een geldbedrag op rekeningnummer [rekeningnummer]), te weten:
- [betrokkene 3], een geldbedrag van Euro 2.000, en
- [betrokkene 4], een geldbedrag van Euro 1.271,25, en
- [betrokkene 5] en/of (één of meer personen werkzaam bij) het [naam school] te [plaats 2], een geldbedrag van Euro 10.361,09,
hebbende verdachte, zijnde werknemer bij het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), telkens met vorenomschreven oogmerk (zakelijk weergegeven) listiglijk
- (in de hoedanigheid van werknemer bij het KWF) kontakt gehad en/of onderhouden met bovengenoemde personen, en
- vorengenoemde personen voorgehouden dat deze de gelden moesten overmaken op (Rabobank) rekeningnummer [rekeningnummer], en
- daarbij de indruk gewekt dat genoemde rekening toebehoorde aan het KWF (terwijl het in werkelijkheid een privé-rekening van verdachte betrof),
waardoor bovengenoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
3.
zij in de periode 01 oktober 2003 tot en met 31 juli 2006 in de gemeente(n) [gemeente 1] en/of [gemeente 4] en/of [gemeente 6] en/of elders in Nederland, meermalen, opzettelijk geldbedragen van Euro 1.808,72 en Euro 3.122,30 die toebehoorden aan het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF), en welke geldbedragen verdachte telkens uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking als promotor bij het KWF onder zich had, hebbende [betrokkene 6] en [betrokkene 8] de geldbedragen als donatie aan het KWF aan verdachte doen toekomen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 primair en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1 primair en 3 subsidiair, telkens:
verduistering, gepleegd door haar die het goed uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd;
onder 2 primair:
oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna drie jaren meermalen schuldig gemaakt aan oplichting en verduistering in dienstbetrekking. In haar hoedanigheid van promotor bij het Koningin Wilhelminafonds Kankerbestrijding (KWF) heeft zij stelselmatig gelden die bestemd waren voor het KWF in haar eigen zak gestoken. Naar eigen zeggen heeft verdachte van dit geld luxe goederen, zoals kleding, schoenen en parfum gekocht. Het benadelingsbedrag voor het KWF is vastgesteld op bijna € 167.000,-. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard nog geen aanvang te hebben gemaakt met de terugbetaling, ofschoon zij daartoe door de rechtbank te Assen op 21 februari 2007 is veroordeeld.
Naast de financiële schade die verdachte het KWF heeft berokkend, is er naar mag worden aangenomen voor het KWF ook sprake van aanzienlijke imagoschade.
Daarnaast heeft verdachte met haar handelen individuele donateurs emotionele schade toegebracht. Een aantal van hen was geschokt toen hun duidelijk was geworden welke praktijken verdachte erop na had gehouden. Verdachte heeft zich onder meer gelden toegeëigend die bijeen waren gebracht door de familieleden, vrienden, kennissen en klasgenoten van personen die aan kanker waren overleden, in een aantal gevallen ter uitvoering van de laatste wens van de overledene. Verdachte heeft op zeer grove wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in haar - als vertegenwoordigster van het KWF - werd gesteld.
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat verdachte zich aan 38 soortgelijke strafbare feiten schuldig heeft gemaakt. Deze strafbare feiten zijn ad informandum gevoegd en vermeld op de inleidende dagvaarding onder de nummers 1 t/m 38. Het hof zal deze feiten, die verdachte ter terechtzitting van het hof heeft erkend te hebben begaan, meewegen in de aan verdachte op te leggen straf, waarmee deze feiten zijn afgedaan. Het hof zal het onder nummer 39 ad informandum gevoegde feit buiten beschouwing laten, nu dit feit niet door de verdachte is erkend.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 2 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Voorts houdt het hof er rekening mee dat verdachte door psycholoog G.J. Hartman in diens rapport van 16 maart 2007 enigszins verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht. Het hof neemt deze conclusie van de deskundige over en maakt die tot de zijne. Tot slot neemt het hof de omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsrapporten van 25 april 2007 en 3 februari 2009 in acht, waarin (onder meer) wordt geadviseerd tot oplegging van een reclasseringstoezicht.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, kan niet worden volstaan met oplegging van een andere straf dan de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf. Met de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat oplegging van elektronisch toezicht, zoals door de raadsman van verdachte is bepleit, onvoldoende recht doet aan de bijzondere ernst van de door verdachte gepleegde feiten. Het hof zal - evenals de rechtbank - een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen, teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten en tevens om reclasseringstoezicht mogelijk te maken.
Bij de bepaling van de duur van de op te leggen gevangenisstraf is rekening gehouden met de per 1 juli 2008 in werking getreden nieuwe regeling inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling. Het hof heeft bij de op te leggen straf dezelfde uitgangspunten gehanteerd als de advocaat-generaal. Zij gaf in haar requisitoir aan niet af te willen wijken van de straf die de rechtbank had opgelegd. Zij heeft echter de gevolgen van de regeling inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling onjuist verwerkt in haar eis. Dit heeft tot gevolg dat de door haar gevorderde straf lager is dan de straf die door het hof wordt opgelegd. Conform de bedoeling van de advocaat-generaal wordt een straf opgelegd die (onder het nieuwe recht) overeenkomt met de door de rechtbank opgelegde straf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14a (oud), 14b, 14b (oud), 14c, 14d, 57 (oud), 321, 322, 326 en 326 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 3 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt haar daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 subsidiair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, onder 2 primair en onder 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van achtentwintig maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van twaalf maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. K. Lahuis en
mr. J. Hielkema, in tegenwoordigheid van mr. E. Hoekstra als griffier, zijnde mr. Lahuis voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
- 11 - 24-002519-07