ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3870

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
24 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000421-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor beschadiging van een bedrijfsauto

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling door de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte is op 10 maart 2007 beschuldigd van het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een bedrijfsauto, toebehorende aan een benadeelde. De politierechter had de verdachte hiervoor veroordeeld tot een geldboete van €130,--. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een geldboete van €130,--, subsidiair 2 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en heeft dit gekwalificeerd als opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van andermans goed.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte had op het moment van de beschadiging van de auto zijn kinderen, zijn ex-vrouw en de nieuwe vriend van zijn ex-vrouw in de auto. Gezien de geringe draagkracht van de verdachte heeft het hof besloten de geldboete voorwaardelijk op te leggen met een proeftijd van twee jaar. Dit is gedaan om te voorkomen dat de verdachte zich opnieuw schuldig zou maken aan een strafbaar feit. Het hof heeft de toepasselijke wetsartikelen uit het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en heeft de uitspraak gedaan dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich binnen de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000421-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-653730-07
Arrest van 24 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 4 december 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1966] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. G. Bakker, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van 130 euro subsidiair 2 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 10 maart 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk en
wederrechtelijk een (koplamp van een) bedrijfsauto, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar
gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij op 10 maart 2007, in de gemeente [gemeente], opzettelijk en
wederrechtelijk een bedrijfsauto, toebehorende aan [benadeelde], heeft beschadigd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij de bepaling van de straf rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan beschadiging van een bedrijfsauto. In die bedrijfsauto bevonden zich op dat moment verdachtes kinderen, zijn ex-vrouw en de nieuwe vriend van zijn ex-vrouw.
Mede gelet op het verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie
d.d. 5 februari 2009, acht het hof de oplegging van de door de politierechter opgelegde geldboete, welke geldboete eveneens door de advocaat-generaal is gevorderd, in beginsel passend en geboden.
Gelet echter op de geringe draagkracht van verdachte, zoals die ter zitting van het hof door verdachte aannemelijk is gemaakt, zal het hof de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van twee jaren.
Het hof beoogt hiermee mede te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig zal maken aan een (soortgelijk) strafbaar feit.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23(oud), 24(oud), 24c(oud), 63(oud) en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van honderddertig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twee dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
beveelt, dat de geldboete niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. G.J. Niezink, in tegenwoordigheid van G.G. Eisma als griffier, zijnde mr. Niezink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.