ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3513
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P. Koolschijn
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift door een operationsmanager
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank Groningen. De verdachte, die werkzaam was als operationsmanager bij een bedrijf, werd beschuldigd van medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift. De feiten vonden plaats tussen 1 januari 1996 en 6 juli 2002, waarbij de verdachte samen met een mededader het bedrijf heeft bewogen tot de afgifte van aanzienlijke geldbedragen door middel van listige kunstgrepen. De verdachte gaf opdrachten aan een eenmansbedrijf dat in werkelijkheid geen werkzaamheden verrichtte, maar waarvoor wel facturen werden opgemaakt en betaald. De verdachte heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan deze misdrijven, waarbij hij misbruik maakte van zijn positie binnen het bedrijf.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar het openbaar ministerie ging in hoger beroep omdat zij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf eisten. Het hof heeft de eerdere uitspraak vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat, ondanks de ernst van de feiten, er geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kon worden vanwege de zwalkende koers van het openbaar ministerie en de positieve opstelling van de verdachte na zijn aanhouding. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden en een werkstraf van 240 uren. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte, die inmiddels in België woont en werkt.
De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten, maar ook de invloed van de tijdsduur van de procedure en de houding van de verdachte na de aanhouding. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrift, maar heeft de strafmaat gematigd door een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen in plaats van een onvoorwaardelijke.