ECLI:NL:GHLEE:2009:BH3065
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Dam
- H. Hielkema
- A. van Haastert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor deelname aan criminele organisatie met oogmerk op misdrijven uit de Opiumwet
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1968 en thans gedetineerd, was in eerste aanleg veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie met als oogmerk het plegen van strafbare feiten, specifiek in verband met de Opiumwet. De tenlastelegging betrof deelname aan een organisatie die zich bezighield met de teelt, verkoop en verwerking van hennep. De rechtbank had de verdachte veroordeeld, maar de verdachte en de officier van justitie gingen in hoger beroep.
Tijdens de behandeling in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat er sprake was van schending van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), met name met betrekking tot het recht op een eerlijk proces en de voorbereidingstijd voor de verdediging. Het hof heeft deze argumenten verworpen, o.a. omdat de door de raadsman aangevoerde feiten niet voldoende zwaarwegend waren om aan te nemen dat de rechter vooringenomen was.
Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettige bewijsmiddelen waren om te stellen dat de verdachte had deelgenomen aan de criminele organisatie zoals ten laste gelegd. Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van een eerlijk proces en de noodzaak van voldoende bewijs voor veroordeling.