ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2982
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- S.H. Wachter
- L.T. Wemes
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met werkstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1973, werd beschuldigd van opzettelijke mishandeling van zijn vriendin op 7 augustus 2002. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep is de verdachte niet verschenen, en het hof heeft verstek verleend. De advocaat-generaal vorderde een werkstraf van 100 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde mishandeling. De verdachte had zijn vriendin meermalen geslagen, geschopt en getrapt, wat leidde tot letsel en pijn. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor een geweldsdelict.
Bij de beoordeling van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 EVRM, heeft het hof geconstateerd dat er onvoldoende voortvarendheid is betracht bij het betekenen van de uitspraak aan de verdachte. Dit leidde tot een schending van de redelijke termijn, maar het hof oordeelde dat de geconstateerde verdragsschending voldoende was gecompenseerd door de vaststelling dat inbreuk was gemaakt op artikel 6, eerste lid, EVRM. De opgelegde straf bleef daarom ongewijzigd. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 100 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.