ECLI:NL:GHLEE:2009:BH2713
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- D.J. Keur
- G.N. Roes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van faillissementsfraude bij horecagelegenheden in Groningen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 13 februari 2009, stond de verdachte terecht in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte werd verdacht van faillissementsfraude met betrekking tot verschillende horecagelegenheden in Groningen. Hij beheerde samen met een medeverdachte de vennootschap die deze horecagelegenheden exploiteerde. De tenlastelegging omvatte onder andere het onttrekken van geldbedragen aan de boedel en het bevoordelen van schuldeisers tijdens het faillissement.
Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor (voorwaardelijk) opzet van benadeling van de schuldeisers. Uit het dossier bleek dat de verdachte en zijn medeverdachte serieuze pogingen hadden ondernomen om de ondergang van het bedrijf te voorkomen. Ondanks eerdere betrokkenheid bij een slechtlopende onderneming, was er geen bewijs dat de verdachte opzettelijk handelde om de rechten van de schuldeisers te verkorten. De verdachte had plannen gemaakt om de situatie te verbeteren en had zelfs leningen aangevraagd om aan de verplichtingen te voldoen.
Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing was gebaseerd op de afwezigheid van bewijs voor opzet en de vastgestelde pogingen van de verdachte om de onderneming te redden. Het hof concludeerde dat de verdachte niet had gehandeld met de intentie om de schuldeisers te benadelen, en dat de vrijspraak gerechtvaardigd was.