ECLI:NL:GHLEE:2009:BH1950

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000381-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens het zonder vergunning aanleggen en gebruiken van marifoonapparatuur

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, die niet ter terechtzitting verscheen, was beschuldigd van het aanleggen en gebruiken van een marifoon zonder de vereiste vergunning op grond van de Telecommunicatiewet. De feiten dateren van 7 februari 2007, toen de verdachte als houder van radiozendapparatuur (marifoon) deze aanwezig had zonder dat hem een vergunning was verleend voor het gebruik van frequentieruimte. Het hof oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat hij inbreuk maakte op de verdeling in de ether, wat niet alleen hinder voor omwonenden kan veroorzaken, maar ook professionele communicatie kan belemmeren, zoals die van ambulance- en luchtvaartdiensten.

De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf. In hoger beroep heeft het hof het vonnis van de eerste rechter vernietigd en het ten laste gelegde bewezen verklaard. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 365, subsidiair 7 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast werd de marifoon verbeurd verklaard. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de financiële draagkracht van de verdachte. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak hebben behandeld en de griffier aanwezig was.

Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een geldboete en verbeurdverklaring had geëist, toegewezen. De verdachte had eerder strafbare feiten gepleegd, wat meegewogen is in de beslissing. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Arrest van 4 februari 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen van 6 november 2007 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1946] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte tenlastegelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een geldboete van € 365,00 subsidiair 7 dagen vervangende hechtenis. Hij heeft voorts de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen marifoon gevorderd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Hieronder is opgenomen het verdachte ten laste gelegde, zoals vermeld op de inleidende dagvaarding. Het hof beschouwt 'aangelegd heeft gehad' als een kennelijke misslag en leest dit verbeterd als 'aangelegd aanwezig heeft gehad'. Hierdoor wordt verdachte niet in enig belang geschaad.
Verdachte wordt (na die verbeterde lezing) ten laste gelegd dat:
verdachte op of omstreeks 07 februari 2007, te of nabij [plaats], in de gemeente [gemeente], al dan niet opzettelijk, als houder van radiozendapparatuur (marifoon), die radiozendapparatuur heeft aangelegd en/of geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad en/of gebruikt, zonder dat aan hem, verdachte, op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet een vergunning was verleend voor het gebruik van frequentieruimte. (art 10.16 lid 1 Telecommunicatiewet)
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
verdachte op 07 februari 2007, te of nabij [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk, als houder van radiozendapparatuur (marifoon), die radiozendapparatuur geheel aangelegd aanwezig heeft gehad, zonder dat aan hem, verdachte, op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet een vergunning was verleend voor het gebruik van frequentieruimte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.16 van de Telecommunicatiewet, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft tevens gelet op de financiële draagkracht van verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter zitting is gebleken. Het hof heeft in het bijzonder gelet op het navolgende.
Verdachte heeft op 7 februari 2007 opzettelijk als houder van een marifoon, deze aangelegd aanwezig gehad, zonder dat hem een vergunning was verleend voor het gebruik van frequentieruimte. Door het plegen van een feit als het onderhavige heeft verdachte inbreuk gemaakt op de verdeling in de etherruimte. Bovendien kan door een feit als het onderhavige niet alleen hinder voor omwonenden ontstaan, maar kan ook belemmering van professionele communicatie, zoals ten behoeve van ambulance en luchtvaart, ontstaan.
Verdachte is, blijkens een uittreksel uit het algemeen justitieel documentatieregister van 3 november 2008, vóór het plegen van het onderhavige feit eerder door de rechter veroordeeld wegens strafbare feiten.
Het hof ziet in vorenstaande geen aanleiding van de door de advocaat-generaal gevorderde en in eerste aanleg opgelegde straf en bijkomende straf af te wijken. Het hof zal die straffen dan ook aan verdachte opleggen.
Verbeurdverklaring
Het door het hof verbeurd te verklaren voorwerp, een marifoon, is daarvoor vatbaar. Immers met betrekking tot dat voorwerp is het hiervoor bewezenverklaarde feit begaan en uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken dat deze toebehoort aan verdachte. Het hof heeft daarbij gelet op de draagkracht van verdachte, voor zover daarvan uit het onderzoek ter zitting van het hof is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23 (oud), 24 (oud), 24c (oud), 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1 (oud), 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en artikel 10.16 van de Telecommunicatiewet.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van driehonderdvijfenzestig euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zeven dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
verklaart verbeurd:
1 Marifoon Navico RT 6500.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.