ECLI:NL:GHLEE:2009:BH1666
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een isolatiedeken van een zwembad door een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, een minderjarige, was eerder veroordeeld voor het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een isolatiedeken van een zwembad in [plaats]. De kinderrechter had hem een straf opgelegd, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren, te vervangen door 30 dagen jeugddetentie.
De tenlastelegging omvatte twee feiten: het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van de isolatiedeken in de periode van 20 juni 2007 tot en met 28 juni 2007 en in de nacht van 30 juni 2007 op 1 juli 2007. De verdachte ontkende betrokkenheid bij het tweede feit, maar het hof oordeelde dat de verklaringen van getuigen, die de aanwezigheid van de verdachte bij het zwembad bevestigden, betrouwbaar waren. Het hof achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Bij de strafoplegging hield het hof rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Het hof concludeerde dat de verdachte, gezien zijn eerdere veroordeling voor vergelijkbare feiten, een onvoorwaardelijke werkstraf van zestig uren passend en geboden was. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot deze werkstraf, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht.