ECLI:NL:GHLEE:2008:BG1407
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Wagtendonk
- W.S. Sikkema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie verkeersvoorschriften
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 26 juni 2007 het beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 40,- opgelegd gekregen, maar stelde dat hij in zijn beroep kon worden ontvangen omdat het bedrag inclusief verhogingen € 75,- bedroeg. Het gerechtshof te Leeuwarden oordeelde echter dat volgens artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) het bedrag van de opgelegde sanctie bepalend is en niet het bedrag inclusief verhogingen. Hierdoor werd de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep.
Daarnaast voerde de betrokkene aan dat er sprake was van schending van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Hij stelde dat hij op 18 juni 2003 was staande gehouden en pas op 27 december 2005 iets over de zaak vernam. Het hof oordeelde dat er geen onredelijke vertraging in de berechting was en dat er geen inactiviteit was aan de zijde van de officier van justitie, kantonrechter of hof. Het beroep op doorbreking van het appelverbod werd verworpen.
Het hof concludeerde dat de betrokkene niet in het gelijk werd gesteld en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De beslissing van de kantonrechter bleef daarmee in stand, en het hof bevestigde dat de opgelegde sanctie van € 40,- niet voldoende was om in hoger beroep te kunnen worden ontvangen.