ECLI:NL:GHLEE:2008:BD2335

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
23 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
800238
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake comparitie van partijen en mediation in civiele zaak

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, is op 23 april 2008 een arrest gewezen in hoger beroep. De appellanten, [appellant 1] en [appellante 2], hebben hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 19 december 2007. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten, met als doel het beproeven van een minnelijke regeling. Tijdens deze zitting kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen, de mogelijkheden van mediation worden besproken en bewijsvoering of rapportage door deskundigen worden behandeld. De comparitie is bedoeld om partijen de kans te geven om tot een schikking te komen, maar ook om de procedure verder te faciliteren indien dat nodig is.

Het hof heeft de zaak naar de rolzitting van 14 mei 2008 verwezen voor het opgeven van verhinderdata van partijen en hun raadslieden. Tevens is bepaald dat indien één van de partijen schriftelijke bescheiden wil inbrengen, deze bescheiden uiterlijk veertien dagen voor de comparitie bij akte in het geding moeten worden gebracht. Het hof heeft de comparitie van partijen benoemd en de dag en het uur van de verschijning zullen later worden vastgesteld door de raadsheer-commissaris, mr. C.M. Telman.

De appellanten zijn vertegenwoordigd door procureur mr. H.A. de Boer, terwijl de geïntimeerde, vertegenwoordigd door procureur mr. D.C. Poiesz, ook aanwezig is. Het hof heeft benadrukt dat de verschijning van partijen in persoon dient te geschieden, deugdelijk vertegenwoordigd en desgewenst vergezeld van hun raadslieden. Dit alles met het oog op het bevorderen van een oplossing in der minne.

Uitspraak

Arrest d.d. 23 april 2008
Rolnummer 0800238
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
1. [appellant 1],
2. [appellante 2],
beiden wonende te [woonplaats appellanten],
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden,
hierna te noemen: [appellanten],
procureur: mr. H.A. de Boer,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats geïntimeerde],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
procureur: mr. D.C. Poiesz.
1. Het geding in eerste instantie
Voor de procedure in eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 19 december 2007. Van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 Bij exploot van 11 maart 2008 hebben [appellanten] aangezegd van genoemd vonnis in hoger beroep te komen, met dagvaarding van [geïntimeerde] voor dit hof.
2.2 Ter rolle van 2 april 2008 is de zaak aangebracht en is [geïntimeerde] bij procureur verschenen.
3. De beoordeling van het geschil in hoger beroep
3.1 Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het beproeven van een minnelijke regeling, maar de zitting kan daarnaast benut worden om inlichtingen in te winnen, de mogelijkheden van mediation te bezien en om bewijsvoering of rapportage door deskundigen te bespreken. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3.2 Indien partijen uiterlijk twee weken voor de comparitie de raadsheer-commissaris eenparig verzoeken om van de comparitie af te zien, zal de comparitie geen doorgang vinden en zal de zaak naar de rol worden verwezen voor memorie van grieven.
De beslissing
Het gerechtshof:
alvorens verder te beslissen:
beveelt een verschijning van partijen - in persoon, deugdelijk vertegenwoordigd, desgewenst vergezeld van de raadslieden - tot het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking;
bepaalt dat deze verschijning van partijen zal worden gehouden in het Paleis van Justitie, Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden, op een nog nader te bepalen dag en uur voor mr. C.M. Telman, hiertoe benoemd tot raadsheer-commissaris;
verwijst de zaak naar de rolzitting van 14 mei 2008 voor opgave van de verhinderdata van partijen zelf en - zonodig - van hun raadslieden voor de periode van drie maanden na bovengenoemde rolzitting, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van de verschijning zal vaststellen;
verstaat, voor het geval één van partijen zich tijdens vorenbedoelde comparitie wenst te beroepen op de inhoud van schriftelijke bescheiden, dat deze bescheiden ter comparitie bij akte in het geding moeten worden gebracht, alsmede dat een kopie van die akte uiterlijk veertien dagen voor de datum van de comparitie moet worden gezonden aan de griffie van het hof en aan de wederpartij;
verstaat dat de procureur van [appellanten] uiterlijk twee weken voor de verschijning zal plaatsvinden een kopie van het volledige procesdossier ter griffie van het hof doet bezorgen, bij gebreke waarvan de procureur van [geïntimeerde] alsnog de gelegenheid heeft uiterlijk één week voor de vastgestelde datum een kopie van de processtukken over te leggen.
Aldus gewezen door mrs. Telman, voorzitter, Knijp en Janse, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 23 april 2008 in bijzijn van de griffier.