ECLI:NL:GHLEE:2008:BC3421
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Rowel-van der Linde
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gebreken aan een woonhuis en de tijdige kennisgeving daarvan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat door de appellanten is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, waarin hun vorderingen zijn afgewezen. De appellanten, die een woonhuis van de geïntimeerden hebben gekocht, stellen dat er gebreken aan het huis zijn geconstateerd. De rechtbank oordeelde dat de appellanten niet tijdig hebben geklaagd over deze gebreken, zoals vereist door artikel 7:23 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De appellanten hebben in hoger beroep twee grieven ingediend, waarbij zij betogen dat hun kennisgeving van de gebreken tijdig was, onder verwijzing naar een brief van 8 november 2004 en een aansprakelijkheidsstelling door DAS Rechtsbijstand van 24 december 2004.
Het hof heeft de grieven van de appellanten beoordeeld en vastgesteld dat zij de verkopers niet binnen een redelijke termijn op de hoogte hebben gesteld van de gebreken. Het hof benadrukt dat de verkoper erop moet kunnen rekenen dat de koper met spoed onderzoekt of de geleverde prestatie aan de overeenkomst beantwoordt. In dit geval hebben de appellanten de verkopers gedurende een half jaar niet geïnformeerd over de gebreken, waardoor de verkopers niet in staat waren om de klachten te controleren. Het hof concludeert dat de belangenafweging in het voordeel van de geïntimeerden uitvalt, en bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
De uitspraak van het hof houdt in dat de appellanten worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn begroot op € 1.120,-- aan verschotten en € 2.446,50 aan salaris voor de procureur. De uitspraak is gedaan op 30 januari 2008 door het Gerechtshof Leeuwarden, in aanwezigheid van de griffier.