Arrest d.d. 19 december 2007
Rolnummer 0600134
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de derde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellant],
wonende te [woonplaats en -gemeente appellant],
appellant,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [appellant],
procureur: mr. P.R. van den Elst,
Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland h.o.d.n. Holland Casino,
gevestigd te Den Haag, mede kantoorhoudende te Groningen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Holland Casino,
procureur: mr. J.F. Rouwé-Danes.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 20 juni 2007 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Partijen hebben ieder nog een akte genomen.
Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Holland Casino heeft, naar aanleiding van voornoemd tussenarrest, haar stellingen over het functioneren van [appellant] nader toegelicht.
2. Holland Casino heeft zich daarbij beroepen op een beleidswijziging, waartoe het bestuur van Holland Casino volgens haar heeft besloten nadat [betrokkene] de in deze zaak aan de orde gestelde toezegging aan [appellant] had gedaan, en op de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de in deze te geven beslissing.
Naar het oordeel van het hof heeft Holland Casino, anders dan zij stelt, bedoeld verweer niet eerder tot onderwerp van het procedureel debat gemaakt. Het hof acht het in strijd met de beginselen van een goede procesorde dat bedoeld verweer pas in dit stadium van de procedure naar voren wordt gebracht en zal dat verweer - dat overigens door [appellant] is weersproken - daarom verder buiten beschouwing laten.
3. Holland Casino heeft voorts niet kenbaar gemaakt dat [appellant] de hem opgedragen taken niet naar behoren heeft uitgevoerd. Naar het oordeel van het hof heeft zij daarom onvoldoende gesteld om te oordelen dat [appellant] niet "goed functioneerde", als bedoeld in de aan hem gedane toezegging.
4. Het moet er daarom voor worden gehouden dat Holland Casino - door [appellant] ondanks een daartoe gedane toezegging per 28 februari 2005 geen vast dienstverband aan te bieden - jegens [appellant] heeft gehandeld in strijd met wat van een goed werkgever mag worden verwacht en daarmee onrechtmatig.
5. Het hof heeft in rechtsoverweging 14 van het tussenarrest van 4 oktober 2006 al overwogen dat het door [appellant] gestelde en het tijdsverloop de toewijzing van herstel van de dienstbetrekking en volledige loondoorbetaling vanaf de datum van het aflopen van arbeidsovereenkomst 3 niet rechtvaardigen.
Het hof heeft voorts in voornoemd tussenarrest overwogen dat het, bij de hoogte van de schadevergoeding die zal moeten worden bepaald, acht zal slaan op hetgeen gebruikelijk is als schadevergoeding bij een kennelijk onredelijk ontslag.
6. Het hof neemt daartoe onder meer in aanmerking dat [appellant] op 18 maart 2002 bij Holland Casino in dienst is gekomen en aldaar een opleiding en training tot croupier heeft gevolgd. Het laatstverdiende inkomen van [appellant] bij Holland Casino bedroeg ongeveer € 2.250,-- bruto per maand, exclusief vakantietoeslag. [appellant] was op 28 februari 2005, toen de arbeidsovereenkomst 3 afliep, 34 jaar oud.
7. Holland Casino heeft niet bestreden de reeds bij conclusie van repliek door [appellant] geponeerde stelling, dat zij in Nederland de enige werkgever is waar croupiers werkzaam zijn. Het hof gaat er daarom vanuit dat [appellant] niet bij een andere werkgever dan Holland Casino een betaalde baan als croupier zal hebben kunnen vinden.
7.1. [appellant] stelt dat daardoor schade is toegebracht aan zijn carrièremogelijkheden, hetgeen resulteert in vermogensschade.
[appellant] is van mening dat, gelet op de grote mate van verwijtbaarheid die Holland Casino toe te rekenen valt, die schade moet worden gesteld op 9 maandsalarissen.
7.2. [appellant] heeft echter - afgezien van zijn stelling in de inleidende dagvaarding dat hij een WW-uitkering heeft aangevraagd - geen concrete gegevens verschaft waaruit blijkt wat zijn positie op de arbeidsmarkt sedert 28 februari 2005 is geweest en/of waaruit de gestelde vermogensschade blijkt.
8. Het hof acht desondanks aannemelijk dat [appellant] enige schade zal hebben geleden, nu uit de op 17 maart 2005 uitgebrachte inleidende dagvaarding kan worden afgeleid dat [appellant] niet terstond na 28 februari 2005 elders een betaalde baan heeft gevonden en aangewezen was op een WW-uitkering, die ingevolge artikel 47 WW op dat moment 70% van het laatstverdiende loon bedroeg. Gelet op het voorgaande gaat het hof er vanuit dat [appellant] gedurende één maand in aanmerking is gekomen voor een WW-uitkering ter hoogte van 70% van zijn laatstverdiende loon en dat de schade die [appellant] heeft geleden derhalve bestaat uit 30% van dat laatstverdiende loon. Het hof zal daarom, nu [appellant] geen gegevens heeft verschaft om tot een hoger bedrag te komen, de schadevergoeding stellen op een (netto) bedrag van € 450,--.
Het hof ziet in de stellingen van Holland Casino geen aanleiding om de vergoeding op een lager bedrag vast te stellen.
9. Het hof leest voorts in het, in de inleidende dagvaarding, door [appellant] onder b gevorderde dat [appellant] aanspraak maakt op betaling van wettelijke rente over de vergoeding vanaf 1 maart 2005. [appellant] heeft deze vordering in hoger beroep gehandhaafd en Holland Casino heeft zich tegen de toekenning van wettelijk rente niet verzet. Het hof zal, nu op 1 maart 2005 de aanspraak van [appellant] op een schadevergoeding is ontstaan, mede gelet op artikel 6:83 aanhef en sub b BW, de wettelijke rente met die ingangsdatum toekennen.
De slotsom
10. Het hof zal onder vernietiging van het bestreden vonnis opnieuw beslissen als na te melden.
11. Het hof is, anders dan Holland Casino, van oordeel dat Holland Casino in deze procedure als de in het ongelijk te stellen partij moet worden beschouwd, zodat zij in de kosten van het geding in beide instanties zal worden veroordeeld, voor wat betreft het salaris in appel begroot op tarief I, 3 punten.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Holland Casino om aan [appellant] te betalen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag van € 450,-- (als schadevergoeding), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 1 maart 2005 tot aan de dag der algehele betaling;
veroordeelt Holland Casino in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [appellant]:
in eerste aanleg op € 188,60 aan verschotten en € 200,-- aan salaris voor de gemachtigde,
in hoger beroep op € 377,87 aan verschotten en € 1.896,-- aan salaris voor de procureur;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mrs. Keur, voorzitter, Kuiper en Janse, raden,
en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 19 december 2007 in bijzijn van de griffier.