ECLI:NL:GHLEE:2007:BB6129

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
600390
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Streppel
  • J. Verschuur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vordering tot betaling van een geldsom met rente

In deze zaak heeft de procureur van de geïntimeerde zich ter rolle van 9 mei 2007 onttrokken. De zaak is vervolgens drie keer aangehouden voor het nemen van de memorie van antwoord. Uiteindelijk is arrest bepaald op 31 oktober 2007. Het hof constateert dat de geïntimeerde niet ambtshalve peremptoir is gesteld met betrekking tot de memorie van antwoord, en dat er ook geen akte niet dienen is verleend. Hierdoor staat de zaak ten onrechte voor arrest. Het hof besluit de zaak te verwijzen naar de rol van 22 augustus 2007, zodat de geïntimeerde een laatste kans krijgt om van antwoord te dienen.

De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door Opstap BV tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, uitgesproken op 19 juli 2006. Opstap BV heeft twee grieven ingediend. De conclusie van de memorie van grieven is dat het vonnis van de rechtbank vernietigd moet worden en dat de geïntimeerde veroordeeld moet worden om aan Opstap BV een bedrag van € 45.230,90 te betalen, vermeerderd met rente van 1% per maand over een bedrag van € 43.234,82 vanaf 2 maart 2005 tot de dag van algehele voldoening, alsook in de kosten van beide instanties.

Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde niet ambtshalve peremptoir is gesteld en dat er geen akte niet dienen is verleend. Dit betekent dat de zaak ten onrechte voor arrest staat. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 22 augustus 2007, zodat de geïntimeerde de gelegenheid krijgt om alsnog van antwoord te dienen. De verdere beslissing wordt aangehouden.

Uitspraak

Arrest d.d. 25 juli 2007
Rolnummer 0600390
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Opstap BV,
gevestigd te Ede,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Opstap BV,
procureur: mr. G.A. Pots,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
toevoeging,
procureur: aanvankelijk mr R.W. de Casseres.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 19 juli 2006 door de rechtbank Groningen.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 11 augustus 2006 is door Opstap BV hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 23 augustus 2006.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
"het voormeld vonnis d.d. 19 juli 2006 (rolnr.: 87735/HA ZA 06-543) door de rechtbank te Groningen tussen partijen gewezen te vernietigen en, opnieuw rechtdoende [geïntimeerde] te veroordelen, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad om aan Opstap te betalen de terzake voorschreven verschuldigde som van € 45.230,90 te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1% per maand over € 43.234,82 vanaf 2 maart 2005 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties."
Tenslotte heeft Opstap BV de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Opstap BV heeft twee grieven opgeworpen.
De beoordeling
1. In deze zaak heeft de procureur van [geïntimeerde] zich ter rolle van 9 mei 2007 onttrokken. De zaak is vervolgens 3 keer aangehouden voor het nemen van de memorie van antwoord. Vervolgens is arrest bepaald op 31 oktober 2007.
2. Het hof stelt vast dat [geïntimeerde] niet ambtshalve peremptoir is gesteld, ter zake van de memorie van antwoord en dat evenmin akte niet dienen (van antwoord) is verleend. De zaak staat derhalve ten onrechte voor arrest.
3. Het hof zal de zaak naar de rol van 22 augustus 2007 (ambtshalve peremptoir) verwijzen, teneinde [geïntimeerde] een laatste gelegenheid te bieden van antwoord te dienen.
De beslissing
Het gerechtshof:
verwijst de zaak - ambtshalve peremptoir - naar de rol van woensdag 22 augustus 2007 teneinde [geïntimeerde] in de gelegenheid te stellen van antwoord te dienen (antw. AP);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs Mollema, voorzitter, Streppel en Verschuur, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 25 juli 2007.