ECLI:NL:GHLEE:2007:BB6129
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Streppel
- J. Verschuur
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot betaling van een geldsom met rente
In deze zaak heeft de procureur van de geïntimeerde zich ter rolle van 9 mei 2007 onttrokken. De zaak is vervolgens drie keer aangehouden voor het nemen van de memorie van antwoord. Uiteindelijk is arrest bepaald op 31 oktober 2007. Het hof constateert dat de geïntimeerde niet ambtshalve peremptoir is gesteld met betrekking tot de memorie van antwoord, en dat er ook geen akte niet dienen is verleend. Hierdoor staat de zaak ten onrechte voor arrest. Het hof besluit de zaak te verwijzen naar de rol van 22 augustus 2007, zodat de geïntimeerde een laatste kans krijgt om van antwoord te dienen.
De zaak betreft een hoger beroep ingesteld door Opstap BV tegen een vonnis van de rechtbank Groningen, uitgesproken op 19 juli 2006. Opstap BV heeft twee grieven ingediend. De conclusie van de memorie van grieven is dat het vonnis van de rechtbank vernietigd moet worden en dat de geïntimeerde veroordeeld moet worden om aan Opstap BV een bedrag van € 45.230,90 te betalen, vermeerderd met rente van 1% per maand over een bedrag van € 43.234,82 vanaf 2 maart 2005 tot de dag van algehele voldoening, alsook in de kosten van beide instanties.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde niet ambtshalve peremptoir is gesteld en dat er geen akte niet dienen is verleend. Dit betekent dat de zaak ten onrechte voor arrest staat. Het hof verwijst de zaak naar de rol van 22 augustus 2007, zodat de geïntimeerde de gelegenheid krijgt om alsnog van antwoord te dienen. De verdere beslissing wordt aangehouden.