ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0754

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
700148
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Melssen
  • A. Hermans
  • J. Garos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen beslissing griffier inzake verschuldigd vast recht door PRO - EMS B.V.

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 1 augustus 2007 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van PRO - EMS B.V. tegen een beslissing van de (waarnemend) griffier van het hof. De zaak betreft de vaststelling van het door PRO - EMS B.V. verschuldigde vast recht in het kader van een hoger beroep. PRO - EMS B.V. was van mening dat de griffier ten onrechte het verschuldigde vast recht op € 5.834, -- had vastgesteld, gelijk aan dat van Emslandermeer B.V. De rechtbank Groningen had eerder op 30 augustus 2006 een vonnis gewezen in een geschil tussen Emslandermeer B.V. en PRO - EMS B.V. enerzijds en [naam 1] Projectontwikkelingsmaatschappij anderzijds. Emslandermeer B.V. was in hoger beroep gekomen tegen dit vonnis, gevolgd door PRO - EMS B.V. die ook in hoger beroep ging. Beide partijen verschenen bij dezelfde procureur, mr. J.B. Dijkema, en namen gelijkluidende memorie van grieven. Het hof oordeelde dat er geen wettelijke vereisten zijn die stellen dat eisers op dezelfde dag bij de procureur moeten verschijnen. Het hof verklaarde het verzet gegrond, vernietigde de beslissing van de griffier en stelde het door PRO - EMS B.V. verschuldigde vast recht op nihil. Deze uitspraak benadrukt de toepassing van artikel 3, eerste lid, van de Wet tarieven in burgerlijke zaken (WTBZ) en de interpretatie van de vereisten voor het heffen van vast recht in gevallen van gezamenlijke vertegenwoordiging door een procureur.

Uitspraak

Beschikking d.d. 1 augustus 2007
Rekestnummer 0700148
HET HOF TE LEEUWARDEN
beschikking in de zaak van
PRO -EMS B.V.,
gevestigd te Vlagtewedde,
opposant op de voet van art. 25 Wet tarieven in
burgerlijke zaken (WTBZ), tegen een beslissing van de
Griffier van het Hof te Leeuwarden.
De feiten
1. Op 30 augustus 2006 heeft de rechtbank Groningen onder zaaknummer
81322/HA-ZA 05/720 een vonnis gewezen tussen [naam 1]
Projectontwikkelingsmaatschappij als eiseres in conventie en verweerster in
reconventie en Emslandermeer B.V. en PRO - EMS B.V. als gedaagden in
conventie en eiseressen in reconventie.
2. Emslandermeer B.V. is bij exploot van 28 november 2006 in hoger beroep
gekomen tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 30 augustus 2006.
Deze zaak is bij het hof ingeschreven onder rolnummer C 06/00633.
3. PRO - EMS B.V. is bij exploot van 18 januari 2007, hersteld bij exploot van
2 februari 2007, (eveneens) in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van de
rechtbank Groningen van 30 augustus 2006. Deze zaak is bij het hof
ingeschreven onder rolnummer C 07/00059.
4. In beide zaken is door de (waarnemend) griffier van het hof het door elk van appellanten verschuldigd vast recht bepaald op € 5.834, --.
5. Tegen de beslissing van de (waarnemend) griffier van het hof om naast het door Emslandermeer B.V. verschuldigde vast recht van € 5.834, -- het door PRO- EMS B.V. verschuldigde vast recht (eveneens) op € 5.834, -- te bepalen is PRO - EMS B.V. op 8 maart 2007 in verzet gekomen bij verzoekschrift als bedoeld in art. 25 WTBZ.
6. De (waarnemend) griffier van het hof heeft op 18 april 2007 een verweerschrift ingediend en verzocht het verzet ongegrond te verklaren.
7. PRO - EMS B.V. heeft bij nadere toelichting, ter griffie van het hof
ingekomen op 4 juni 2007, gereageerd op het verweerschrift van de
(waarnemend) griffier van het hof.
8. De (waarnemend) griffier is in de gelegenheid gesteld op deze nadere
toelichting van PRO - EMS B.V. te reageren, van welke gelegenheid geen
gebruik is gemaakt.
9. Het verzoekschrift, het verweerschrift en de nadere toelichting, welke
genoegzaam bekend zijn bij PRO -EMS B.V. en de (waarnemend) griffier
maken deel uit van deze beschikking.
De beoordeling van het verzet
10. Artikel 2, eerste lid, WTZB houdt - voor zover hier van belang - het volgende in:
Voor een geding wordt van elke eisende partij, na de eerste uitroeping van de
zaak ter terechtzitting, en van elke verschenen gedaagde voor iedere instantie
een vast recht geheven.
11. Artikel 3, eerste lid, WTZB houdt - voor zover hier van belang -het volgende in:
Eisers of gedaagden, die bij eenzelfde procureur of gemachtigde verschijnen
en gelijkluidende conclusies nemen, zijn gezamenlijk slechts eenmaal vast
recht verschuldigd.
12. Aangezien onweersproken vast staat dat zowel Emslandermeer B.V. als PRO - EMS B.V. bij dezelfde procureur, mr. J.B. Dijkema, is verschenen en dat ieder van hen ook een gelijkluidende memorie van grieven heeft genomen, is het hof met PRO- EMS B.V. van oordeel dat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, WTZB. Daarbij betrekt het hof dat - anders dan de (waarnemend) griffier kennelijk meent - noch uit de wet(stekst) noch uit de wetsgeschiedenis blijkt dat voor toepassing van bedoeld artikellid tevens is vereist dat eisers op dezelfde dag bij procureur moeten verschijnen c.q. dat de procureur zich op dezelfde dag namens alle eisers stelt.
Slotsom
13. In het licht van het vorenstaande zal het verzet gegrond worden verklaard en zal worden beslist als hierna aangegeven.
De beslissing
het hof:
verklaart het verzet gegrond;
vernietigt de bestreden beslissing van de (waarnemend) griffier;
en in zoverre opnieuw beslissende
stelt het door PRO - EMS B.V. verschuldigde vast recht op nihil.
Aldus gegeven door mrs. Melssen, Hermans en Garos, en uitgesproken door
mr. Melssen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van
de heer Lorist als griffier, ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag
1 augustus 2007.