ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0638

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
700342
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
  • M. Mollema
  • A. Kuiper
  • J. de Hek
  • A. Streppel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake contactverbod en discotheekbezoek

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 juli 2007 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellante, hierna te noemen [appellante], had in eerste aanleg een contactverbod en een verbod tot het bezoeken van discotheek DNA te Heerenveen gevorderd tegen de geïntimeerde, hierna te noemen [geïntimeerde]. De voorzieningenrechter in eerste aanleg had de vordering van [appellante] afgewezen, maar de vordering van [geïntimeerde] in reconventie gehonoreerd.

Het hof heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] sinds 11 maart 2007 geen contact meer heeft gezocht met [appellante], wat door [appellante] ook is erkend. Dit leidde het hof tot de conclusie dat er op dat moment onvoldoende gronden waren om het gevorderde contactverbod op te leggen. Het hof oordeelde dat het belang van [geïntimeerde] om de discotheek te bezoeken niet ondergeschikt was aan het belang van [appellante] om dit te verbieden.

Het hof heeft partijen in overweging gegeven om afspraken te maken over het discotheekbezoek, waarbij [geïntimeerde] de discotheek in even weken zou bezoeken en [appellante] in oneven weken. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd voor wat betreft het contactverbod en de vordering van [appellante] in hoger beroep afgewezen, terwijl de proceskosten voor beide partijen werden gecompenseerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen in zaken van dit soort, vooral wanneer het gaat om persoonlijke relaties en de gevolgen daarvan.

Uitspraak

Arrest d.d. 25 juli 2007
Rolnummer 0700342
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [appellante ],
toevoeging aangevraagd,
procureur: mr. B.E. Dijkstra,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
procureur: mr. P. Sieswerda.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het kort geding vonnis uitgesproken op 2 mei 2007 door de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 24 mei 2007 is door [appellante ] hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 6 juni 2007.
De grieven zijn opgenomen in de dagvaarding in hoger beroep. Bij die dagvaarding zijn tevens producties overgelegd. De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt:
"Het vonnis op 2 mei 2007 onder zaaknummer 81759 KG ZA 07-102 door de rechtbank te Leeuwarden tussen partijen gewezen, te vernietigen, en opnieuw rechtdoende
a. het straat- en contactverbod zoals in eerste instantie door destijds eiseres thans appellante ten aanzien van destijds gedaagde en thans geïntimeerde gevorderd, alsnog toe te wijzen alsmede
b. geïntimeerde het verbod op te leggen om gedurende 12 maanden na betekening van het ten deze te wijzen arrest te komen in discotheek DNA te Heereveen,
c. te bepalen dat geïntimeerde voor iedere overtreding van de onder a. en onder b. gevorderde verboden, een dwangson van € 100,-- per overtreding verbeurt
met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van het geding in beide instanties."
[appellante ] heeft mondeling van eis geconcludeerd.
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:
"zonodig onder verbetering van gronden, het vonnis van de Voorzienigenrechter in het kort geding d.d. 2 mei 2007 onder met kenmerk: 81759 KG ZA 07-102 op 2 mei gewezen, te bekrachtigen, kosten rechtens."
Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[appellante ] heeft twee grieven opgeworpen.
De beoordeling
1. Als gesteld en erkend, dan wel niet (voldoende) gemotiveerd betwist, staat tussen partijen het volgende vast:
- Partijen hebben een relatie gehad welke in januari 2007 door [appellante ] is beëindigd.
- [geïntimeerde] heeft [appellante ] vervolgens – in de periode 7 februari 2007 tot 11 maart 2007 - een groot aantal e-mailberichten gezonden, waarin hij met regelmaat dreigde zelfmoord te plegen.
- [geïntimeerde] heeft voorts op 11 maart 2007 MSN contact gezocht met een vriendin van [appellante ], waarin hij dreigde [appellante ] te doden.
- [appellante ] heeft op 11 maart 2007 ter zake van voormelde (be)dreigingen aangifte gedaan bij de politie.
- In februari 2007 heeft zich tussen partijen een incident voorgedaan in discotheek DNA te Heerenveen. Daarbij is over en weer geduwd.
2. [appellante ] heeft zich gewend tot de voorzieningenrechter met verzoek [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom c.q. gijzeling te verbieden gedurende vijf jaren contact in welke vorm dan ook met [appellante ] te zoeken en hem te verbieden zich gedurende een zelfde periode te bevinden in een door haar aangegeven gebied rond haar woning en rond het sportpark te Sintjohannesga.
3. In reconventie heeft [geïntimeerde] gevorderd dat [appellante ] op straffe van een dwangsom wordt verboden zich op te houden in discotheek DNA te Heerenveen.
4. De voorzieningenrechter heeft de vordering in conventie afgewezen en de vordering in reconventie gehonoreerd, zulks met maximering van de dwangsommen tot € 1.000,-- en onder compensatie van kosten.
5. [appellante ] heeft in appel haar eis vermeerderd door te vorderen dat het [geïntimeerde] wordt verboden gedurende 12 maanden na betekening van het door het hof te wijzen arrest te komen in discotheek DNA te Heerenveen.
Nu [geïntimeerde] tegen de vermeerdering van eis op zich geen bezwaar heeft gemaakt en het hof ook ambtshalve geen gronden aanwezig acht om die vermeerdering van eis buiten beschouwing te laten, zal het hof recht doen op de eis zoals die na vermeerdering luidt.
6. Grief 1 richt zich tegen de toewijzing van de vordering in reconventie. Grief 2 richt zich tegen de afwijzing van de vordering in conventie.
Met betrekking tot grief 2:
7. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [geïntimeerde] sedert 11 maart 2007 geen contact meer met [appellante ] heeft gezocht. In de toelichting op de grief heeft [appellante ] zulks nogmaals expliciet erkend. Het hof concludeert daaruit dat van dergelijk contact zoeken ook sinds de behandeling van het kort geding in eerste aanleg geen sprake meer is geweest.
8. Een en ander bewijst dat [geïntimeerde] zijn tijdens de behandeling van het kort geding in eerste aanleg gedane toezegging (inhoudend dat hij geen contact meer met [appellante ] zou zoeken) is nagekomen.
9. Tegen die achtergrond is het hof van oordeel dat er op dit moment onvoldoende gronden zijn om een straat- en contactverbod als door [appellante ] gevorderd op te leggen.
10. De grief faalt.
Met betrekking tot grief 1 en de vermeerderde eis:
11. [geïntimeerde] verzet zich met klem tegen de toewijzing van het discotheekverbod zoals door [appellante ] gevorderd.
12. Partijen hebben aangegeven waarom bezoek aan discotheek DNA te Heerenveen voor ieder van hen zo belangrijk is. Daarbij hebben zij over en weer het belang van de ander bij dergelijk bezoek betwist, dan wel gebagatelliseerd.
13. Nu voorshands allerminst is gebleken dat het belang van de ene partij om bedoelde discotheek te bezoeken dient te prevaleren boven het belang van de andere partij om hetzelfde te doen, is het hof van oordeel dat de grief slaagt en dat tevens de vermeerderde eis moet worden afgewezen. Het hof laat daarbij uitdrukkelijk in het midden of hetgeen partijen ter zake van het discotheekbezoek over en weer hebben gevorderd wel kan worden aangemerkt als een in rechte te beschermen belang.
14. Het hof geeft partijen in overweging, door middel van hun raadslieden, zo nog nodig, afspraken te maken over het discotheekbezoek, bijvoorbeeld in die zin dat partij [geïntimeerde] de betreffende discotheek enkel in de even weken zal bezoeken en dat partij [appellante ] hetzelfde zal doen in de oneven weken.
15. Nu partijen over en weer in het gelijk worden gesteld en gegeven het feit dat het onderhavige geschil voortvloeit uit een tussen partijen bestaand hebbende affectieve relatie, acht het hof termen aanwezig om de proceskosten te compenseren, zoals hieronder nader zal worden aangegeven.
Slotsom
16. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd voor wat betreft het aan [appellante ] (uitvoerbaar bij voorraad) opgelegde verbod om gedurende 12 maanden na betekening van dat vonnis te komen in discotheek DNA te Heerenveen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,-- , met een maximum van € 1.000,-- (dictum onder 2, 3, 4 en 6). Opnieuw rechtdoende zal de reconventionele vordering van [geïntimeerde] alsnog worden afgewezen. Bedoeld vonnis zal voor het overige worden bekrachtigd. De vordering waarmee [appellante ] in hoger beroep haar eis heeft vermeerderd zal worden afgewezen. Partijen zullen ieder worden belast met de eigen proceskosten.
Beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep voor wat betreft het dictum onder 2, 3, 4 en 6;
en in zoverre opnieuw recht doende:
wijst de (reconventionele)vordering van [geïntimeerde] af;
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige (dictum onder 1 en 5);
wijst het door [appellante ] in hoger beroep aanvullend gevorderde af;
belast ieder der partijen met de eigen proceskosten in hoger beroep.
Aldus gewezen door mrs Mollema, voorzitter, Kuiper en De Hek, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 25 juli 2007.