ECLI:NL:GHLEE:2007:BA8649

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
BK 653/03 Inkomstenbelasting
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Huiskes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; boete privé-gebruik auto

In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1998, opgelegd aan de belanghebbende, die tevens directeur en enig aandeelhouder is van C B.V. De Belastingdienst had een boekenonderzoek ingesteld over de jaren 1996 tot en met 1999, wat leidde tot naheffingsaanslagen loonbelasting en een boete voor het privé-gebruik van een auto. De belanghebbende betwist de hoogte van de nageheven loonbelasting en de opgelegde boete. Tijdens de zitting heeft de belanghebbende aangegeven dat hij instemt met het niet verrekenen van loonbelasting in gevallen waar de eindheffingstabel is toegepast.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de belanghebbende een correctie van f 22.000,- voor privé-gebruik van de Mercedes heeft ontvangen, en dat de kilometeradministratie hiaten vertoonde. De inspecteur heeft de boete van 50% opgelegd, wat de belanghebbende als onterecht beschouwt. Het hof oordeelt dat de belanghebbende onvoldoende bewijs heeft geleverd voor het privé-gebruik van de auto en dat de boete passend is. Het hof concludeert dat de navorderingsaanslag niet te hoog is vastgesteld en dat de belanghebbende niet kan aantonen dat hij minder dan 1000 kilometer privé heeft gereden.

De uitspraak van het hof is dat het beroep van de belanghebbende ongegrond wordt verklaard. De termijnoverschrijding van de boete-aankondiging tot de uitspraak wordt niet als schending van de redelijke termijn beschouwd, omdat deze voornamelijk aan de belanghebbende zelf is toe te rekenen. De proceskosten worden niet vergoed, omdat het hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK653/03 29 juni 2007
Uitspraak van het gerechtshof te Leeuwarden, eerste enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van de heer X te Z (: de belanghebbende) tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/Noord kantoor Groningen (: de inspecteur) gedaan op het bezwaarschrift van de belanghebbende tegen de aan hem opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen over het jaar 1998.
1. Ontstaan en loop van het geding.
1.1 Met dagtekening 14 mei 2002 is aan de belanghebbende voor het jaar 1998 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen als bedoeld in de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van f 66.658,-. Daarbij is een boete opgelegd van f 4.078,- en is een bedrag aan heffingsrente berekend van f 1.327,-. De aankondiging van de boete geschiedde bij brief van 30 januari 2002.
1.2 De belanghebbende heeft tegen voormelde navorderingsaanslag met boete een bezwaarschrift, gedagtekend 25 juni 2002, ingediend, dat is ingekomen bij de inspecteur op 25 juni 2002. De inspecteur heeft bij de bestreden uitspraak van 20 juni 2003 belanghebbendes bezwaar afgewezen.
1.3 De belanghebbende heeft tegen deze uitspraak een beroepschrift (met bijlage) ingediend dat op 1 augustus 2003 bij het gerechtshof is ingekomen. Op 29 maart 2007 is een aanvulling (met bijlagen) op het beroepschrift ontvangen. Van de inspecteur is op 26 april 2007 een verweerschrift (met bijlagen) ontvangen.
1.4 De zaak is behandeld ter zitting van 11 juni 2007, gehouden te Leeuwarden. Aldaar is verschenen de gemachtigde van belanghebbende, A. Tevens is namens de inspecteur verschenen de heer B.
1.5 Van alle genoemde (en hierna nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
2. De feiten.
Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen het volgende vast.
2.1 Belanghebbende is geboren op 28 juni 19... Hij is directeur en enig aandeelhouder van C B.V. te Z (: de BV).
2.2 In 2002 is door de Belastingdienst bij de BV een boekenonderzoek ingesteld over de periode 1996 tot en met 1999 (: het boekenonderzoek). Het rapport daarvan (: het rapport) is als bijlage 8 bij het verweerschrift gevoegd.
2.3 Het rapport vermeldt onder punt 7.2 voorgestelde correcties ten aanzien van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belanghebbende over de jaren 1996 tot en met 1999.
2.4 Naar aanleiding van het boekenonderzoek zijn aan de BV over de jaren 1996 tot en met 1999 naheffingsaanslagen loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd. Na bezwaar van de BV is de naheffingsaanslag over 1998 en 1999 bepaald op
f 19.242,-. Van dit bedrag heeft f 11.401,- betrekking op 1998 en f 7.841,- op 1999.
Dit bedrag van f 11.401,- kan worden gespecificeerd als volgt:
a. correctie inzake telefoon f 299,- (eindheffing)
b. correctie inzake werkkleding f 1.232,- (eindheffing)
c. correctie inzake kostenvergoeding f 2.235,- (normale tabel)
d. correctie fictief loon f 7.635,- (normale tabel)
Nageheven loonbelasting/ premie volks-
verzekeringen (LB/PH) na bezwaar f 11.401,-.
De opmerking eindheffing wil zeggen dat uitgegaan is van de eindheffingstabel.
2.5 Ter zake van privé-gebruik auto heeft belanghebbende niets op zijn aangifte vermeld.
Naar aanleiding van het boekenonderzoek is over het jaar 1998 bij belanghebbende een correctie privé-gebruik auto (Mercedes) toegepast van f 22.000,-.
Ter zake van de correctie betreffende de Mercedes is een boete opgelegd van 50 % over de daarover verschuldigde belasting ofwel f 4.078,-.
De Mercedes stond ter beschikking van belanghebbende. Belanghebbende heeft ten aanzien van de Mercedes over de jaren 1996 tot en met 1998 een kilometeradministratie bijgehouden. Deze vertoonde vele hiaten.
3. Het geschil en standpunten van partijen
3.1 Volgens belanghebbende dient alsnog f 11.869,- aan nageheven loonbelasting te worden verrekend. De inspecteur betwist deze stelling. Belanghebbende heeft ter zitting medegedeeld dat hij er mee instemt dat in de gevallen waarin de eindheffingstabel is toegepast, verrekening van loonbelasting achterwege blijft.
3.2 Belanghebbende wil de opgelegde boete ter zake van privé-gebruik auto verminderd zien tot 10 % ofwel f 815,-. De inspecteur is van opvatting dat de boete terecht is opgelegd.
3.3 Voor een nadere onderbouwing van de standpunten van partijen wordt verwezen naar de gedingstukken.
4. De overwegingen omtrent het geschil
4.1 Gelet op het onder 2.4 en 3.1, laatste zin, vermelde, komt een bedrag van f 2.235,- aan nageheven LB/PH in beginsel wel voor verrekening met de onderhavige navorderingsaanslag in aanmerking, maar daar staat tegenover dat de inspecteur terecht aanvoert dat compensatie mogelijk is met een door de inspecteur ten onrechte niet toegepaste correctie van f 6.150,- wegens te hoge kostenvergoeding. Gelet op de ter zake geldende tarieven (zie bladzijde 8 van het verweerschrift) is de navorderingsaanslag op dit punt niet te hoog vastgesteld. De mening van belanghebbende dat deze compensatie niet mogelijk zou zijn, vindt geen steun in het recht. In zijn aanvulling van het beroepschrift gaat belanghebbende er overigens ten onrechte vanuit dat het bedrag aan nageheven LB/PH van
f 11.401,- (belanghebbende noemt ten onrechte f 11.869,-) geheel te maken heeft met een correctie op grond van artikel 12a van de Wet LB. Dit is slechts voor f 7.635,- het geval. De inspecteur heeft onder punt 6.3.2 van zijn verweerschrift uiteengezet dat dit bedrag met de navorderingsaanslag is verrekend. Deze conclusie is volgens het hof juist, zodat het gelijk hier aan de zijde van de inspecteur is.
4.2 Op belanghebbende rust de last om aan te tonen dat de Mercedes voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden werd gebruikt.
4.3 Gelet op het vermelde onder 2.5 kon belanghebbende er niet van uitgaan dat de kilometeradministratie met betrekking tot de Mercedes over het onderhavige jaar hiervoor toereikend is.
4.4 Belanghebbende heeft overigens berust in de correctie privé-gebruik Mercedes.
4.5 De inspecteur heeft over de correctie privé-gebruik auto een boete opgelegd van 50%.
Naar het oordeel van het hof had belanghebbende moeten beseffen dat voor het achterwege laten van een bijtelling ter zake van privé-gebruik auto een deugdelijke administratieve onderbouwing dan wel deugdelijk ander bewijs noodzakelijk is. Nu aangenomen moet worden dat belanghebbende hiervoor geen zorg heeft gedragen, heeft belanghebbende zich naar het oordeel van het hof willens en wetens blootgesteld aan de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans dat hij bij controle niet aan zou kunnen tonen dat de Mercedes voor minder dan 1000 kilometer voor privédoeleinden werd gebruikt. Naar het oordeel van het hof is het derhalve aan (voorwaardelijk) opzet van belanghebbende te wijten dat aanvankelijk te weinig belasting is geheven. Het hof acht de opgelegde boete (zie 2.5) dan ook passend en geboden.
4.6 Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2005, nr 37 984, V-N 2005/22.6, overweegt het hof ambtshalve dat sinds de aankondiging van de boete tot de onderhavige uitspraak ongeveer 5 jaren en 5 maanden zijn verstreken. De overschrijding van de termijn van in beginsel twee jaar dient voor ten minste 3 jaar en 8 maanden te worden toegerekend aan belanghebbende (uitstel voor motivering beroepschrift). Gelet hierop is er naar het oordeel van het hof toch geen sprake van schending van de redelijke termijn.
4.7 Gelet op het voorgaande dient te worden beslist als hierna te vermelden.
5. Proceskosten
Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
6. De beslissing
Het hof verklaart het beroep ongegrond.
Gedaan op 29 juni 2007 door mr. J. Huiskes, raadsheer, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde raadsheer in tegenwoordigheid van mr. H. de Jong als griffier en ondertekend door de raadsheer en de griffier.
Op 4 juli 2007 afschrift per aangetekende post
verzonden aan beide partijen.