ECLI:NL:GHLEE:2007:BA8645
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. Huiskes
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vastgestelde waarde onroerende zaak in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de vastgestelde waarde van een onroerende zaak centraal. De belanghebbende, eigenaar van een tussenwoning aan de a-weg 20 te Z, betwist de door de heffingsambtenaar van de gemeente Tynaarlo vastgestelde waarde van € 133.000,-- per peildatum 1 januari 2003. De heffingsambtenaar had deze waarde vastgesteld bij beschikking van 25 februari 2005, welke waarde na bezwaar werd gehandhaafd. De rechtbank Assen verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarna de belanghebbende hoger beroep instelde.
Tijdens de zitting op 11 juni 2007, waar de belanghebbende niet aanwezig was, werd de zaak behandeld. De belanghebbende stelde dat de woning gebreken vertoonde, zoals verrotte kozijnen en vochtproblemen, en pleitte voor een lagere waarde van € 90.000,--. De heffingsambtenaar daarentegen verdedigde de vastgestelde waarde en verwees naar een taxatieverslag van de heer C, dat een waarde van € 135.000,-- concludeerde op basis van vergelijkbare woningen in de omgeving.
Het hof overwoog dat de heffingsambtenaar in zijn bewijslast geslaagd was en dat de belanghebbende onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over de gebreken van de woning. Het hof concludeerde dat de gerealiseerde verkoopsommen van vergelijkbare woningen een goed beeld gaven van de waarde van de onroerende zaak. Uiteindelijk werd het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De proceskosten werden niet toegewezen, en beide partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.