2. Het gaat in deze zaak – kort samengevat – om het volgende.
2.1. [appellante] was in 2004 bij Geové (thans, per 1 januari 2006, door fusie opgegaan in Menzis) verzekerd tegen ziektekosten op basis van een ziekenfondsverzekering. Daarnaast had zij bij Geové een particuliere aanvullende verzekering (aanvullende plus verzekering, hierna te noemen: AV+ verzekering).
2.2. Op deze AV+ verzekering waren van toepassing de Algemene Verzekeringsvoorwaarden 2004 en de Lijst van Verstrekkingen 2004.
2.3. Art. 1 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden 2004 zoals dit destijds luidde bepaalt onder meer het volgende:
“1.63 Spoedeisende medische hulp in het buitenland: situatie waarin de gezondheidstoestand van verzekerde onmiddellijk geneeskundige verzorging noodzakelijk maakt en niet kan worden uitgesteld tot terugkomst in Nederland.”
2.4. Art. 7 van de Lijst van Verstrekkingen 2004 luidt, voor zover hier van belang als volgt:
“7. BUITENLANDDEKKING
(…)
7.10.c Spoedeisende medische hulp
Voor de gemaakte kosten van spoedeisende medisch noodzakelijke hulp tijdens verblijf in het buitenland gelden de volgende bepalingen:
(…)
De hulpverlening is door of na goedkeuring van de Alarmcentrale, ten deze handelend namens verzekeraar, tot stand gekomen. Deze goedkeuring is niet vereist voor huisartshulp en apothekershulp. Verzekerde of een namens hem handelende derde heeft zo spoedig mogelijk nadat de behoefte aan hulp is geconstateerd, de Alarmcentrale telefoon (…) ingeschakeld.
(…)
- (…) indien de kosten redelijkerwijs te voorzien waren bij het vertrek naar het buitenland komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking.”
2.5. [appellante] is op 29 juni 2004 naar Californië en Brazilië gevlogen voor een bezoek aan achtereenvolgens haar tante en zus en zwager. Dit bezoek vloeide voort uit een afspraak die [appellante] daartoe met hen had gemaakt bij de begrafenis van haar moeder, in maart 2004, onder meer ten behoeve van de afwikkeling van de nalatenschap.
2.6. Bij haar vertrek op 29 juni 2004 wist [appellante] dat zij een tumor in haar linkerborst had. Op 24 mei 2004 was zij daarvoor in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen onderzocht. Hierna is zij voor een second opinion in de maand juni 2004 viermaal in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam geweest. Op 28 juni 2004 is haar een operatie geadviseerd.
2.7. De wachtlijst voor een operatie bedroeg toen vier tot vijf weken. [appellante] heeft zich niet op de wachtlijst laten plaatsen.
2.8. Tijdens het bezoek van [appellante] aan haar zus en zwager in Brazilië is de tumor in haar borst gaan ontsteken. Op 16 juli 2004 heeft zij daarvoor een Braziliaanse arts geconsulteerd, die haar geadviseerd heeft zo spoedig mogelijk de tumor te laten verwijderen.
2.9. Op 20 juli 2004 is [appellante] in het ziekenhuis in Brazilë opgenomen en aldaar geopereerd. Daarbij is haar linkerborst verwijderd, alsmede de lymfeklieren in de linkeroksel. Tevens heeft een reconstructie van de borst plaatsgevonden.
Voorafgaand aan de operatie heeft [appellante] geen contact opgenomen met de ANWB Alarmcentrale
2.10. Op 14 augustus 2004 is [appellante] teruggereisd naar Nederland.
[appellante] heeft bij schrijven van 1 augustus 2004 aan Menzis (Geové) vergoeding van de kosten van de operatie ad € 7.373,91verzocht.
2.11. Menzis (Geové) heeft in een brief van 24 augustus 2004 geweigerd de kosten te vergoeden, omdat (1) de operatie was verricht zonder voorafgaande goedkeuring van de ANWB Alarmcentrale, en (2) de kosten bij vertrek redelijkerwijs waren te voorzien.