ECLI:NL:GHLEE:2007:BA0208
Gerechtshof Leeuwarden
- Proceskostenveroordeling
- mr. Dijkstra
- mr. Zomer
- Rechtspraak.nl
Onredelijke vertraging in de berechting van verkeersboete
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, werd de vraag aan de orde gesteld of er sprake was van onredelijke vertraging in de berechting van een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 95,- opgelegd gekregen voor het niet rechts houden op een autoweg, gepleegd op 6 december 2004. De betrokkene had hiertegen hoger beroep ingesteld nadat de kantonrechter van de rechtbank Maastricht het beroep ongegrond had verklaard. Het hof constateerde dat er een periode van zestien maanden was verstreken tussen de ontvangst van de stukken door de rechtbank en de verzending naar het hof, gekenmerkt door langdurige en onverklaarbare inactiviteit van de justitiële autoriteiten. Dit leidde tot de conclusie dat de vertraging uitsluitend te wijten was aan de justitiële autoriteiten.
Het hof oordeelde dat de vertraging onredelijk was en vernietigde de eerdere beslissingen van de kantonrechter en de officier van justitie. De betrokkene had herhaaldelijk beroep ingesteld binnen korte tijd, maar de autoriteiten hadden niet met de nodige voortvarendheid gehandeld. Het hof besloot dat de betrokkene het bedrag van de administratieve sanctie, dat zij ter zekerheid had gesteld, moest worden gerestitueerd. De beslissing van het hof benadrukt het belang van een tijdige afhandeling van zaken door de justitiële autoriteiten en de rechten van de betrokkenen in dergelijke procedures.