ECLI:NL:GHLEE:2007:AZ9732
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Smedes
- J. Melssen
- M. van Eck
- H. Streppel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot machtiging uithuisplaatsing van minderjarige
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de vader van een minderjarige, geboren in 1992, tegen een beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Groningen. De kinderrechter had op 28 juni 2006 het verzoek van Bureau Jeugdzorg om een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing van de minderjarige afgewezen. De vader verzocht in hoger beroep om deze beschikking te vernietigen en alsnog een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. Het hof overweegt dat de wet niet toestaat dat de vader zelf een verzoek tot uithuisplaatsing indient, aangezien dit uitsluitend kan worden gedaan door een stichting zoals Bureau Jeugdzorg, de raad voor de kinderbescherming of het openbaar ministerie. Hierdoor kan de vader niet in zijn verzoek worden ontvangen.
Het hof stelt vast dat de vader in eerste aanleg als belanghebbende is verschenen, maar dat dit niet betekent dat hij in hoger beroep ontvankelijk is. De wet is duidelijk over wie een verzoek kan indienen, en de vader valt daar niet onder. Het hof wijst erop dat als de vader ontvankelijk zou zijn, dit zou leiden tot een situatie waarin hij in hoger beroep een machtiging tot uithuisplaatsing kan verzoeken, terwijl hij deze niet kan aanvragen bij de kinderrechter. Dit zou in strijd zijn met de wet.
Daarnaast merkt het hof op dat het verzoek van de vader ook niet meer relevant is, aangezien de periode van de ondertoezichtstelling inmiddels is verstreken. De vader kan daarom niet in zijn verzoek worden ontvangen, en het hof verklaart hem niet-ontvankelijk in het hoger beroep tegen de beschikking van 28 juni 2006. De beslissing van het hof is genomen op 28 februari 2007, waarbij de rechters de zaak hebben beoordeeld en de vader niet in zijn verzoek hebben ontvangen.