ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ5520
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Breemhaar
- H. Hidma
- Rechtspraak.nl
Vordering tot vernietiging van afstandsverklaring en schadevergoeding in het kader van voorkeursrecht
In deze zaak heeft [appellante] op 3 september 2004 [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden. Zij vorderde de vernietiging van een afstandsverklaring en hoofdelijke veroordeling van de geïntimeerden tot betaling van een schadevergoeding van € 1.099.735,69, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens vorderde zij een verklaring dat haar voorkeursrecht van kracht is gebleven voor de percelen die buiten de verkoop van de hoeve zijn gebleven. De rechtbank heeft in haar vonnis van 5 januari 2005 geoordeeld dat het voorkeursrecht van [appellante] van kracht is gebleven voor de percelen die eigendom zijn gebleven van [geïntimeerde 1], maar heeft de overige vorderingen van [appellante] afgewezen en haar in de proceskosten veroordeeld.
In hoger beroep heeft [appellante] twee algemene grieven en tien specifieke grieven ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de grieven II t/m X geen nieuwe relevante stellingen of verweren bevatten die niet eerder door de rechtbank waren behandeld. Het hof onderschrijft de motivering van de rechtbank en neemt deze over. De algemene grief I faalt omdat deze niet voldoende onderbouwd is. Het hof concludeert dat de vordering van [appellante] tot schadevergoeding niet toewijsbaar is, omdat de vraag of zij schade heeft geleden niet aan de orde komt. Het hof bekrachtigt het vonnis waarvan beroep en veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, die aan de zijde van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zijn begroot op respectievelijk € 1.120,-- aan verschotten en € 4.580,-- aan salaris voor de procureur.
Het arrest is uitgesproken op 20 december 2006 door het Gerechtshof Leeuwarden, waarbij de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is verklaard.