2. Ter voldoening aan die bewijsopdracht heeft Acantus drie getuigen voorgebracht, te weten [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3], die - zakelijk weergegeven - als volgt hebben verklaard:
2.1. de [getuige 1]:
"Ik was in 1989 directeur van Certus en ik ben dat nog steeds (...) [[geïntimeerde]] heeft het werk aange-nomen in de staat zoals het erbij lag. Dat betekent dat de woningen waarvan het renovatiegedeelte nog niet was voltooid alsnog door [[geïntimeerde]] verder moesten worden gerenoveerd, waarbij Certus regelmatig steekproefsgewijs inspecties verrichtte en na gereedmelding door [[geïntimeerde]] steek-proefsgewijs naging of het werk in grote lijnen voor oplevering gereed was. Daarbij staat voorop dat het de verantwoordelijkheid van [[geïntimeerde]] was om ervoor te zorgen dat conform onze richtlijnen en aanwijzingen werd gewerkt.
Certus had een draaiboek opgesteld over de wijze waarop gewerkt moest worden; dat draaibroek was op het werk aanwezig en [[geïntimeerde]] was daarmee volledig bekend (...) In dit verband vonden er ook dia-presentaties plaats (...)
Op desbetreffende vragen van de raadsman van Acantus antwoord ik dat de werkzaamheden met betrekking tot het kitten van het binnen- en buitenwerk voor rekening kwam van [[geïntimeerde]]; dit stond ook in het draaiboek. Voorts verklaar ik op een desbetreffende vraag dat onder het kitwerk aan de binnenkant wordt verstaan het kitwerk aan de binnenkant van het buitenkozijn tegen het glas. Tot de woningen waarvan de renovatieve fase nog niet was voltooid op het moment waarop [[geïntimeerde]] de werkzaamheden overnam behoorden de Sigma-woningen, waarop door [getuige 2], voorheen projectleider in dienst van Certus, toezicht werd gehouden.
Ik schat het aantal woningen waarvan de renovatiebeurt nog niet was voltooid op het moment waarop [[geïntimeerde]] de werkzaamheden overnam op ongeveer 400 à 500, maar heel precies weet ik dat nu niet meer. De andere woningen waren inmiddels steekproefsgewijs door het COT geïnspecteerd en voor oplevering vrijgegeven; het betrof hier dus de woningen waarvan de renovatiebeurt was voltooid (...)
Ik was niet de man die ter plaatse liep te controleren; dat waren [de getuigen 2 en 3]. Wel heb ik diverse keren zelf steekproefsgewijs inspectiewerkzaamheden gepleegd en ben ik aanwezig geweest bij het houden van dat soort inspecties door [de getuigen 2 en 3]. Ook liep ik meestal mee bij de COT-opleveringen waaronder die van de Sigma-woningen (...)
De woningen waarvan de renovatiebeurt nog niet was voltooid op het moment waarop [[geïntimeerde]] de werkzaamheden overnam.
Uit diverse bouwverslagen moge blijken dat die woningen nog niet aan het eigenlijke schilderwerk toe waren, omdat - zoals Certus steekproefsgewijze telkens vaststelde - het hout nog te vochtig was(...) Blijkens de verslagen van vergaderingen heeft Certus in een aantal gevallen uitdrukkelijk het vocht van het hout aan de orde gesteld. Certus vond de kwaliteit van de renovatie onvoldoende, men (lees: met; hof) name vanwege het risico van houtrot op dat moment of in de toekomst.
Ik merk op dat het COT de renovatie van deze groep woningen, net als Certus, onvoldoende heeft geoordeeld, en dat het COT daarom met betrekking tot die woningen geen goedkeurend opleve-ringsrapport heeft afgegeven.
De renovatiebeurt is overigens pas voltooid op het moment dat het houtwerk, nadat het voldoende is gedroogd, is geschilderd, en het kitwerk, eveneens nadat het houtvoldoende is gedroogd, is verricht.
Omdat [[geïntimeerde]] het kitwerk en/of het schilderwerk is gaan verrichten terwijl het hout nog onvoldoende droog was - zoals wij en het COT steekproefsgewijs hebben vastgesteld - moet worden geconcludeerd dat de renovatiefase met betrekking tot die woningen niet naar behoren was voltooid.
Desgevraagd verklaar ik u nog dat het mij uit eigen wetenschap bekend is dat [betrokkene] van [[geïntimeerde]] eigener beweging naar Acantus is gekomen met het aanbod om de renovatie-werkzaamheden en de onderhoudswerkzaamheden over te nemen; [betrokkene] gaf aan dat hij wist hoe het werk erbij lag. Tezamen met [betrokkene 1] heb ik daar toen over gesproken met [betrokkene].
In zijn algemeenheid merk ik nog op dat het feit dat een door [[geïntimeerde]] als opleveringsgereed werk aan Certus is aangemeld, en Certus na steekproefsgewijze inspectie dit heeft doorgegeven aan COT, niet betekent dat het werk naar behoren is verricht. Dat kan pas blijken uit het feit dat het COT een goedkeurend opleveringsrapport afgeeft.
De woningen waarvan de renovatiefase was voltooid toen [[geïntimeerde]] het werk overnam en waar-voor het COT inmiddels een goedkeurend opleveringsrapport had afgegeven.
Ook bij die woningen heeft Certus geconstateerd en later Schilderswacht dat er veel rot in de kozijnen aanwezig was en daaruit is de conclusie getrokken dat de renovatie van die woningen door de voorganger van [[geïntimeerde]] niet naar behoren was verricht. [[geïntimeerde]] had de gerenoveerde woningen in onderhoud. Hij had kunnen en behoren vast te stellen dat de renovatiefase door zijn voorganger toch niet (steeds) naar behoren was verricht en hij had omdat hij met het onderhoud was belast de nodige voorzieningen moeten treffen om die woningen alsnog in de staat te brengen en te houden waarin zij krachtens het onderhoudscontract dienden te verkeren (...)"
2.2. de [getuige 2]:
"Ik was in het jaar 1989 projectleider in dienst van Certus (...) Ik heb mij namens Certus voornamelijk bezig gehouden met de 277 Sigma-woningen. Die woningen waren toen door het COT nog niet gecertificeerd, waarmee ik bedoel dat het COT met betrekking tot die woningen nog geen goedkeurend opleveringsrapport had afgegeven. Bij die woningen was sprake van grote vochtproblemen in de vorm van inwateringen, open verbindingen en foutief aangebrachte neuslatten (...) Wij hebben in wekelijkse rapporten aangegeven wat er aan die woningen op het gebied waarop [[geïntimeerde]] werkzaam was mankeerde. Ik had de indruk dat met onze op- en aanmerkingen door [[geïntimeerde]] heel weinig werd gedaan. U vraagt mij of [[geïntimeerde]] wist hoe er gewerkt moest worden. Ik beantwoord die vraag bevestigend: er waren door ons detailtekeningen gemaakt en er was aangegeven hoe de neuslatten bevestigd moesten worden (geschroefd en niet gespijkerd, zoals [[geïntimeerde]] dat deed) en hoe er gekit moest worden (op een zodanige wijze dat onder de neuslatten nog ventilatie mogelijk was). Als ik het mij goed herinner heb ik onze bezwaren tegen de wijze van werking van [[geïntimeerde]] laten vastleggen in verslagen van respectievelijk 7 september en 14 september 1989 en heeft [[geïntimeerde]] blijkens het daarvan opgemaakte verslag op of omstreeks 21 september 1989 ons gevraagd om aan de schilders een dia-presentatie te geven (waarover wij naar [[geïntimeerde]] wist beschikten). Certus heeft dat verzoek toen ingewilligd en een zaaltje afgehuurd dichtbij het werk voor het houden van de dia-presentatie. Toen dat werd afgesproken was [betrokkene] erbij en ook een voorman; daarbij werd afgesproken op welke dag en uur die dia-presentatie zou plaatsvinden. Tot onze verbazing verscheen op de afgesproken dag en uur geen enkele schilder van [[geïntimeerde]]. Ik heb dat ook in het verslag laten vastleggen (...)
Op 15 november 1989 heeft het COT de door [[geïntimeerde]] gereed gemelde woningen steekproefs-gewijs geïnspecteerd. Ik ben daarbij aanwezig geweest. De bevindingen zijn in een drietal inspectierapporten vastgelegd (...) Uit die rapporten kan blijken dat de geïnspecteerde woningen niet voldeden aan de eisen die daaraan op basis van de contracten met [[geïntimeerde]] konden worden gesteld. Ondanks het feit dat bij [[geïntimeerde]] bekend was wat de klachten waren over het geleverde werk greep de directie daar niet in (...)
Het is mij bekend dat door [[geïntimeerde]] bij memorie van antwoord na comparitie van partijen van 24 april 2002 als productie is overgelegd een rapport van mij d.d. 19 oktober 1989, nummer 28/89, in welk rapport staat vermeld dat het werk voor 100 procent gereed is. U vraagt mij of ik op dat moment van oordeel was dat het werk inderdaad voor 100 procent gereed was. Zo was het niet. Ik heb met mijn notitie niet meer of anders willen weergeven dan dat [[geïntimeerde]] had opgegeven dat (volgens hem) het werk gereed was. Of die opgaven van [[geïntimeerde]] juist was zou eventueel later hetzij door Certus hetzij door COT moeten worden vastgesteld (...)"
2.3. de [getuige 3]:
"Ik was in 1989 als projectleider werkzaam in dienst van Certus (...) Ik ben bij Certus als projectleider aangetrokken omdat ik als bouwkundige de ondergrond van het schilderwerk goed kon beoordelen; ter voorkoming van misverstand merk ik op dat ik bij Certus niet was aangesteld als opzichter; de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het te leveren werk lag volledig bij [[geïntimeerde]]. Het is mij bekend dat in de procedure bij nadere memorie van de zijde van Acantus een aantal rapporten van mijn hand is overgelegd van oktober, november en december van het jaar 1989. Die rapporten waren inhoudelijk juist en daarbij blijf ik. Uit die rapporten komt naar voren dat het binnen en buitenkitwerk heeft plaatsgevonden voordat het hout van de kozijnen en de andere ondergrond goed droog waren (...)
In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat het geleverde schilderwerk, gelet op het vorenstaande, niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen.
Desgevraagd verklaar ik dat er van de kant van Certus informatiebijeenkomsten zijn belegd om het personeel van [[geïntimeerde]] te instrueren; ik voeg daaraan toe dat - zoals gezegd - de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het geleverde werk bij [[geïntimeerde]] ligt. [[geïntimeerde]] beschikte over door Certus opgestelde systeembeschrijvingen, waarin uitvoerig was geschreven op welke wijze moest worden gewerkt. Uit de kwaliteit van het geleverde werk kan worden geconcludeerd dat [[geïntimeerde]] onze instructies en systeembeschrijvingen niet heeft gevolgd. Als hij dat wel had gedaan zouden er geen problemen zijn geweest (...)
De raadsman van [[geïntimeerde]] vraagt mij waar en hoe vaak wij voor de werknemers van [[geïntimeerde]] voorlichtende bijeenkomsten hebben gehouden. Ik antwoord daarop als volgt: wij hebben een aantal keren voorlichtende bijeenkomsten gehouden op het kantoor van Acantus, maar hoe vaak we dat gedaan hebben zou ik niet meer zo kunnen zeggen (...)
Certus heeft geen specifiek onderzoek gedaan naar de oorzaken van vocht in de woningen; daarvoor bestond ook geen aanleiding. Hoeveel vocht er was deed er niet toe; het ging erom dat voorzieningen werden getroffen dat het aanwezige vocht geen houtrot veroorzaakte (...)
Ik merk nog op dat [betrokkene] zowel bij [betrokkene 2] als bij [[geïntimeerde]] betrokken was en dus geacht kon worden op de hoogte te zijn geweest van de aard en omvang en de staat van het renovatiewerk en het onderhoudswerk op het moment dat [[geïntimeerde]] de werkzaamheden overnam."