ECLI:NL:GHLEE:2006:AX8464
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. F.J.W. Drion
- mr. H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en de vraag naar een algemeenheid van goederen in projectontwikkeling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 31 mei 2006, staat de vraag centraal of een transactie tussen partijen kan worden gekwalificeerd als een algemeenheid van goederen in de zin van artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968. De belanghebbende, een vennootschap onder firma, had een naheffingsaanslag in de omzetbelasting ontvangen voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 30 november 1999, alsook een boete en heffingsrente. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, waarbij de inspecteur de bezwaren deels gegrond verklaarde, maar de boete en de heffingsrente handhaafde. De belanghebbende stelde dat de transactie een algemeenheid van goederen betrof, waardoor geen omzetbelasting verschuldigd zou zijn. De inspecteur betwistte dit en stelde dat enkel een onroerende zaak was overgedragen.
Tijdens de zitting op 16 februari 2006 werd de zaak behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De belanghebbende voerde aan dat de overdracht van rechten en verplichtingen, samen met de onroerende zaak, kwalificeerde als een algemeenheid van goederen. De inspecteur daarentegen betoogde dat de overdracht niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 31, omdat de onroerende zaak centraal stond in de transactie.
Het hof oordeelde dat de overdracht van de onderneming, inclusief de bijbehorende rechten en verplichtingen, inderdaad als een algemeenheid van goederen kan worden gekwalificeerd. Dit oordeel was gebaseerd op de vastgestelde feiten en de relevante Europese jurisprudentie. Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en de boete, en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak om bij overdrachten in de projectontwikkeling de context van de transactie in zijn geheel te beschouwen.