ECLI:NL:GHLEE:2006:AX6567
Gerechtshof Leeuwarden
- Proceskostenveroordeling
- A. Dijkstra
- J. Weenink
- H. van Wagtendonk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van de kantonrechter inzake proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Roermond, die het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen wegens overschrijding van de maximumsnelheid op 26 november 2004. De kantonrechter oordeelde dat het beroep niet gericht was tegen een beslissing zoals bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De gemachtigde van de betrokkene heeft echter betoogd dat de fax die hij op 15 juni 2005 naar de officier van justitie heeft gestuurd, moet worden gezien als een rechtstreeks beroep tegen de beslissing van de officier van justitie om het verzoek om proceskostenvergoeding af te wijzen.
Het gerechtshof heeft geoordeeld dat de betrokkene ontvankelijk is in zijn hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de kantonrechter ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard, aangezien de betrokkene recht heeft op toegang tot de rechter. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Roermond voor verdere behandeling. Tevens heeft het hof de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van Euro 241,50.
De uitspraak benadrukt het belang van toegang tot de rechter en de mogelijkheid voor een betrokkene om in hoger beroep te gaan tegen beslissingen die hen raken, vooral in het kader van proceskostenvergoedingen. Het hof heeft de relevante artikelen van de WAHV en de jurisprudentie in overweging genomen bij het nemen van zijn beslissing.