ECLI:NL:GHLEE:2006:AV7560
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- F.J.W. Drion
- H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en ondernemingsvermogen van belanghebbende
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 24 maart 2006, staat de vraag centraal of de aandelen in de vennootschap G en de aan de spolka verstrekte leningen door de belanghebbende als ondernemingsvermogen mochten worden aangemerkt. De belanghebbende, een maat in de maatschap D, had een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen voor het jaar 2001, welke aanslag was gebaseerd op een belastbaar inkomen van € 27.989,-. Na bezwaar van de belanghebbende, dat door de inspecteur werd afgewezen, werd beroep ingesteld bij het hof.
Tijdens de zitting op 2 februari 2006, waar de belanghebbende werd vertegenwoordigd door mr. A en mr. B, en de inspecteur door mr. C, werd de zaak uitvoerig besproken. De belanghebbende stelde dat de aandelen en leningen als ondernemingsvermogen moesten worden aangemerkt, terwijl de inspecteur dit ontkende. Het hof oordeelde dat de belanghebbende de grenzen van de redelijkheid niet had overschreden door de aandelen en leningen tot het ondernemingsvermogen te rekenen, gezien de onderlinge samenhang van de activiteiten van de spolka en de onderneming van de belanghebbende.
Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de inspecteur en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van € 20.580,-. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 966,-. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, mr. J. Huiskes, in aanwezigheid van de griffier, mr. K. de Jong-Braaksma.