ECLI:NL:GHLEE:2006:AV7514
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- prof. mr. E. Aardema
- mr. K. de Jong-Braaksma
- Rechtspraak.nl
Proceskostenvergoeding en griffierecht in bestuursrechtelijke belastingzaken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 24 maart 2006, staat centraal of de belanghebbende recht heeft op een proceskostenvergoeding en de vergoeding van het griffierecht, zoals bedoeld in artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende had in 2003 aanslagen in de onroerende-zaakbelastingen ontvangen voor zijn woning aan de a-straat 4 te L, met een heffingsgrondslag van € 98.470. Na het indienen van een bezwaarschrift en een beroepschrift, heeft de belanghebbende op 5 januari 2005 zijn beroep ingetrokken, waarbij hij aangaf dat iedere partij de eigen kosten zou dragen. Later verzocht hij echter om vergoeding van de proceskosten en het griffierecht.
Het hof heeft vastgesteld dat het verzoek om proceskostenvergoeding niet gelijktijdig met de intrekking van het beroep is gedaan, waardoor het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard. Daarnaast werd opgemerkt dat de vergoeding van het griffierecht een zaak is van het bestuursorgaan en dat het hof dit verzoek buiten behandeling laat. De beslissing van het hof is dat het verzoek van de belanghebbende niet-ontvankelijk wordt verklaard, en dit is op 29 maart 2006 aan beide partijen aangetekend verzonden.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om tijdig en correct hun verzoeken in te dienen, vooral in het kader van proceskosten en griffierechten in bestuursrechtelijke procedures. De uitspraak is relevant voor de interpretatie van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en de voorwaarden waaronder proceskosten kunnen worden vergoed.