ECLI:NL:GHLEE:2005:AU8606
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- Z. Zuidema
- A. Kuiper
- J. Streppel
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil tussen C.D.S. en Marles Beheer B.V. over huurovereenkomst en schadevergoeding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een huurgeschil tussen de vennootschap onder firma C.D.S. en Marles Beheer B.V. De zaak betreft een huurovereenkomst die op 18 januari 1995 zou zijn aangegaan, maar waar C.D.S. pas op 5 juli 1999 als vennootschap onder firma is opgericht. Het hof heeft overwogen dat het niet mogelijk is dat C.D.S. de huurovereenkomst op de genoemde datum heeft gesloten. Het hof heeft C.D.S. in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de mogelijkheid dat zij op een later moment huurster is geworden, bijvoorbeeld door overname van het huurcontract.
De vordering van C.D.S. was gebaseerd op het feit dat zij gedurende lange tijd geen gebruik heeft kunnen maken van de kelder van het gehuurde perceel. C.D.S. vorderde een schadevergoeding van € 11.634,32, verminderd met achterstallige huur en vermeerderd met buitengerechtelijke kosten, resulterend in een saldo van € 8.920,30. Marles Beheer B.V. verweerde zich tegen deze vordering en stelde dat de kelder niet tot het gehuurde behoorde.
De kantonrechter had in een eerder vonnis de vordering van C.D.S. in conventie gedeeltelijk toegewezen, maar het hof oordeelde dat C.D.S. niet de hoedanigheid van huurder toekwam. Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vordering van C.D.S. af. Tevens verklaarde het hof C.D.S. niet ontvankelijk in haar hoger beroep voor zover dit de reconventionele vordering betrof. C.D.S. werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het geding in hoger beroep.