2. Het gaat in dit kort geding - samengevat - om het volgende.
2.1. Bij beschikking van 11 maart 2003 heeft de rechtbank Amsterdam het verzoek van [geïntimeerde] toegewezen, dat ertoe strekt vast te stellen dat wijlen [de overledene], overleden [in] 1992, de vader is van [geïntimeerde]. Bij (eind)beschikking van
8 juli 2004 heeft het hof Amsterdam in hoger beroep de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Die beschikking van 8 juli 2004 is inmiddels in kracht van gewijsde gegaan.
2.2. Wijlen [de overledene] heeft zijn vermogen geheel dan wel deels ondergebracht in
een door hem beheerste vennootschap Dynamo Establishment (hierna: Dynamo), een vennootschap volgens het Liechtensteinse recht, gevestigd te Vaduz (Liechtenstein).
2.3 Aanvoerende dat hij door de vaststelling van het vaderschap van wijlen
[de overledene] enig erfgenaam van deze is geworden, heeft [geïntimeerde] de erven en Dynamo in kort geding gedagvaard en - na wijziging van eis - gevorderd 1) de nalatenschap van wijlen [de overledene] onder bewind te stellen en een bewind-voerder te benoemen, 2) de bevoegdheden van de bewindvoerder en het deze toekomende honorarium vast te stellen en aanwijzing van een rechter van wie de bewindvoerder voorafgaande machtiging nodig heeft alvorens bepaalde rechts-handelingen te verrichten, 3) de erven te veroordelen tot (meewerking aan) betaling van een voorschot ad euro 375.000,-- door Dynamo aan [geïntimeerde] en de bewindvoerder te machtigen een dergelijk voorschot aan [geïntimeerde] te betalen of te doen betalen, 4) Dynamo te verbieden enige uitkering te doen aan de erven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom, 5) te bepalen dat de erven en Dynamo slechts met medewerking van de bewindvoerder of met machtiging van de rechter over de onder bewind te stellen goederen kunnen beschikken, en 6) de gedaagden te veroordelen in de kosten van het geding.
2.4 Na door de erven en Dynamo Establishment gevoerd verweer heeft de voorzieningenrechter bij kort geding vonnis waarvan beroep de vorderingen van [geïntimeerde] jegens de erven grotendeels toegewezen en die jegens Dynamo afge-wezen. De erven zijn daarbij veroordeeld in de kosten van het geding, voor zover aan de zijde van [geïntimeerde] gevallen, en [geïntimeerde] is veroordeeld in de kosten van Dynamo.
2.5 In de onder zaak-/rolnummer 58481 HA ZA 03-383 aanhangige bodemprocedure heeft de rechtbank Leeuwarden bij vonnis van 10 november 2004 - voor zover hier van belang - 1) voor recht verklaard dat [geïntimeerde] de enige erfgenaam van wijlen [de overledene] is, 2) de erven veroordeeld om, op verbeurte van een dwangsom, [geïntimeerde] te informeren over de omvang van de nalatenschap van wijlen [de overledene] en verantwoording af te leggen over het beheer daarvan, 3) de erven veroordeeld, op straffe van verbeurte van een dwangsom, tot afgifte van de nalatenschap aan [geïntimeerde] indien en voor zover de nalatenschap niet vóór 1 april 1998 is verbruikt en verteerd, 4) voor recht verklaard dat de erven geen derden zijn met betrekking tot de nalatenschap in de zin van art. 1:207 lid 5, tweede zin, BW, 5) de erven veroordeeld mee te werken aan alle (rechts)handelingen die de bewindvoerder nodig acht voor de overdracht van de goederen van de nalaten-schap aan [geïntimeerde] als bedoeld in art. 1:446 lid 2 BW en art. 710 lid 5 Rv, met bepaling dat, bij gebreke van voldoening hieraan het vonnis in de plaats treedt van de voor de ondertekening der (notariële) akte(n) noodzakelijke wilsuiting van de erven, zulks op de voet van art. 3:300 BW, en 6) voor recht verklaard dat de door [geïntimeerde] ten laste van de erven [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] gelegde ten processe bedoelde beslagen niet onrechtmatig zijn. De rechtbank heeft het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.6 Door de erven is van het vonnis in de bodemzaak hoger beroep ingesteld, dat bij het hof is ingeschreven onder rolnummer 05000002.