ECLI:NL:GHLEE:2005:AU3419
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. E. Aardema
- mr. G.M. van der Meer
- mr. H. Bakker
- Rechtspraak.nl
Bepaling van het aan Hong Kong toe te rekenen deel van arbeidsinkomen voor vrijstelling dubbele belasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te Leeuwarden op 23 september 2005, staat de vraag centraal welk gedeelte van het arbeidsinkomen van belanghebbende moet worden toegerekend aan Hong Kong voor de berekening van de vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting. Belanghebbende, die in 1995 in de inkomstenbelasting/premie-volksverzekeringen werd aangeslagen, had bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag die door de inspecteur was opgelegd. De inspecteur had de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting vastgesteld op een bedrag dat door belanghebbende als te laag werd betiteld.
De feiten tonen aan dat belanghebbende via zijn vennootschap in Hong Kong werkzaam was en daar een aanzienlijk aantal dagen verbleef. De inspecteur had bij de berekening van de vrijstelling een breukdeel vastgesteld, maar belanghebbende betwistte deze berekening en stelde dat er rekening gehouden moest worden met het aantal dagen dat hij daadwerkelijk in Hong Kong had gewerkt. De inspecteur voerde aan dat belanghebbende niet had aangetoond dat alle verblijfsdagen in Hong Kong ook werkdagen waren.
Het hof overwoog dat de vrijstelling voor inkomstenbelasting alleen geldt voor arbeid die daadwerkelijk in Hong Kong is verricht. Het aantal dagen dat belanghebbende in Hong Kong verbleef, werd verminderd met weekenddagen, en het hof concludeerde dat belanghebbende niet had aangetoond dat hij meer dagen had gewerkt dan de inspecteur had aangenomen. De beslissing van het hof was dat de aanslag, zoals door de inspecteur ambtshalve was verminderd, gehandhaafd bleef, maar dat de eerdere uitspraak van de inspecteur werd vernietigd. Tevens werd de inspecteur veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan belanghebbende.