ECLI:NL:GHLEE:2005:AU2100
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.W. Drion
- K. van der Leij
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid gemeente Hoogezand-Sappemeer voor aanslag forensenbelasting
In deze zaak staat centraal de bevoegdheid van de gemeente Hoogezand-Sappemeer om een aanslag forensenbelasting op te leggen aan de belanghebbende, die eigenaar is van een (weekend)huis. De heffingsambtenaar legde op 28 november 2003 een aanslag forensenbelasting op, waartegen de belanghebbende bezwaar maakte. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond bij uitspraak van 16 februari 2004. De belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof Leeuwarden, dat op 2 september 2005 uitspraak deed. De mondelinge behandeling vond plaats op 20 mei 2005, waarbij de belanghebbende niet verscheen, maar de heffingsambtenaar vertegenwoordigd was door een ambtenaar van de gemeente.
Het hof overwoog dat de heffingsambtenaar bevoegd was om de aanslag op te leggen, en dat de verordening forensenbelasting van de gemeente niet in strijd was met de Gemeentewet. De belanghebbende stelde dat de cumulatie van onroerende-zaakbelastingen en forensenbelasting in strijd was met het profijtbeginsel en het discriminatieverbod uit de Grondwet, maar het hof verwierp deze stellingen. De verordening was verbindend en de aanslag was terecht opgelegd. Het hof verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen waren voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een gemeente forensenbelasting kan heffen en de juridische basis voor dergelijke belastingheffingen. De relevante artikelen uit de Gemeentewet en de gemeentelijke verordening werden uitvoerig besproken, waarbij het hof concludeerde dat de heffing rechtmatig was en in overeenstemming met de wetgeving.