Beschikking d.d. 24 augustus 2005
Rekestnummer 0400328
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna te noemen: [appellant],
toevoeging,
procureur mr R.A. Schütz,
advocaat mr A.S. Schiphuis,
1. de stichting Stichting Schaapstil,
zetelend te Leeuwarden,
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
3. [geïntimeerde 3],
wonende te [woonplaats],
4. [geïntimeerde 4],
wonende te [woonplaats],
5. [geïntimeerde 5],
wonende te [woonplaats],
6. [geïntimeerde 6],
wonende te [woonplaats],
7. [geïntimeerde 7],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: Stichting Schaapstil c.s. en/of de stichting,
procureur mr W.M. Sturms.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 8 juni 2004 heeft de rechtbank te Leeuwarden, sector kanton, locatie Leeuwarden, de Kamer van Koophandel Friesland gelast de uitschrijving van [appellant] per 12 december 2002 ongedaan te maken, in dier voege dat [appellant] wederom in het handelsregister zal worden ingeschreven als (gewoon) bestuurslid van de stichting en de overige verzoeken van [appellant] afgewezen.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie op 8 september 2004, heeft [appellant] verzocht de beschikking van 8 juni 2004 te vernietigen en opnieuw beslissende het handelsregister op te dragen om geïntimeerden 2 tot en met 6 alsnog uit te schrijven uit het handelsregister met ingang van de datum dat zij ingeschreven zijn.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 12 oktober 2004, heeft Stichting Schaapstil c.s. het verzoek bestreden en verzocht [appellant] in zijn hoger beroep niet ontvankelijk te verklaren, althans dit af te wijzen, onder veroordeling van [appellant] in de kosten.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken.
Ter zitting van 10 februari 2005 is de zaak behandeld, tezamen met het hoger beroep van de stichting tegen de beslissing van de rechtbank te Leeuwarden van 30 juli 2004 betreffende het verzoek van de stichting tot ontslag van [appellant] als bestuurder van de stichting, bij het hof geregistreerd onder rekestnummer 0300401.
De beoordeling
1. [appellant] heeft verzocht het handelsregister op te dragen om de geïntimeerden 2 tot en met 6 uit te schrijven uit het handelsregister. [appellant] stelt zich op het standpunt dat deze personen geen bestuurslid van de stichting Schaapstil zijn.
2. De stichting heeft hiertegen aangevoerd dat de vermelding van deze personen in het handelsregister juist is, daar deze personen op grond van een bestuursbesluit als bestuurslid zijn benoemd. [appellant] heeft deze stelling weersproken.
3. Het geschilpunt tussen partijen betreft in het bijzonder de vraag of er een (geldig) bestuursbesluit is op grond waarvan (één of meer van de) geïntimeerden 2 tot en met 6 tot bestuurslid van de stichting zijn benoemd.
4. Vast staat dat de stichting Schaapstil op 28 december 2000 is opgericht en dat bij de oprichting van de stichting het bestuur bestond uit drie bestuurders, te weten [appellant], geïntimeerde sub 7 (hierna: [geïntimeerde sub 7]) en [betrokkene] (hierna: [betrokkene]).
5. Ter beoordeling van het hof staat derhalve of het bestuur, bestaande uit [appellant], [geïntimeerde sub 7] en [betrokkene], geldig, dat wil zeggen overeenkomstig de statuten, heeft besloten om het bestuur van de stichting uit te breiden door (één of meer van de) geïntimeerden 2 tot en met 6 (hierna: [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4], [geïntimeerde sub 5] en [geïntimeerde sub 6]) tot bestuurslid van de stichting te benoemen.
6. Ingevolge artikel 4 lid 1 van de statuten van de stichting wordt het aantal bestuursleden door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld. Ingevolge artikel 5 lid 9 van de statuten kan het bestuur in een vergadering alleen geldige besluiten (tot benoeming van nieuwe bestuursleden) nemen als de meerderheid van de in functie zijnde leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
7. Uit de stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat er op 25 november 2002 ten huize van [geïntimeerde sub 7] een bijeenkomst is geweest en dat zowel [appellant] als [betrokkene] hierbij niet aanwezig waren. Het hof stelt vast dat er op deze bijeenkomst geen geldig besluit zoals bedoeld in rechtsoverweging 5 kon worden genomen. Immers, vast staat dat van de fungerende bestuursleden alleen [geïntimeerde sub 7] op deze bijeenkomst aanwezig was, zodat de voor een besluit tot uitbreiding van het aantal bestuursleden vereiste unanimiteit (artikel 4 lid 1 van de statuten) en de voor een besluit tot benoeming van nieuwe bestuursleden vereiste meerderheid (artikel 5 lid 9 van de statuten) niet gehaald konden worden.
8. Voorts staat vast dat er in februari 2003 een bijeenkomst heeft plaatsgevonden in een pizzeria in Leeuwarden, waarbij onder meer [appellant] en een aantal geïntimeerden, onder wie [geïntimeerde sub 7], aanwezig waren maar niet [betrokkene]. Volgens [appellant] zijn er op deze bijeenkomst in het geheel geen besluiten genomen, dus ook geen besluiten tot het benoemen van bestuursleden. Nu [geïntimeerde sub 7] hierover heeft verklaard zich niet (meer) te herinneren of er op deze bijeenkomst sprake was van het voorstellen van benoemde dan wel aspirant bestuursleden dan wel of de benoeming van die bestuursleden op dat moment plaatsvond, is niet komen vast te staan dat er op deze bijeenkomst een besluit zoals bedoeld in rechtsoverweging 5 is genomen. Ook anderszins is uit de stukken van het geding, waaronder de verklaringen van de in eerste aanleg gehoorde getuigen, en uit de behandeling in hoger beroep niet gebleken dat op voormelde bijeenkomst een besluit als bedoeld in rechtsoverweging 5 is genomen.
9. Het voorgaande brengt mee dat eind februari 2003 het bestuur van de stichting (nog steeds) bestond uit de drie in rechtsoverweging 4 genoemde bestuursleden "van het eerste uur", te weten [geïntimeerde sub 7], [appellant] en [betrokkene].
10. Niet is gebleken dat dit bestuur op enig ander moment een besluit als bedoeld in rechtsoverweging 5 heeft genomen.
11. Wel staat vast dat [betrokkene] eind april 2003 ontslag heeft genomen als bestuurder van de stichting. Vanaf dat moment bestond het bestuur van de stichting dus (alleen) uit de leden [geïntimeerde sub 7] en [appellant].
12. Derhalve spitst het in rechtsoverweging 3 en 5 geformuleerde geschilpunt zich vanaf eind april 2003 toe op de vraag of [geïntimeerde sub 7] en [appellant] gezamenlijk hebben besloten om de stichting uit te breiden door (een of meer) nieuwe bestuursleden te benoemen.
13. Niet is gebleken van feiten en omstandigheden op grond waarvan deze vraag bevestigend moet worden beantwoord.
14. Derhalve dient te worden vastgesteld dat het bestuur van de stichting sedert eind april 2003 tot op heden nog steeds bestaat uit de leden [appellant] en [geïntimeerde sub 7].
15. Gelet op het voorgaande dient in het handelsregister te staan ingeschreven dat het bestuur van de stichting bestaat uit de leden [appellant] en [geïntimeerde sub 7] en dat, voor zover er andere bestuursleden staan ingeschreven, zoals bijvoorbeeld [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4], [geïntimeerde sub 5] en [geïntimeerde sub 6], deze inschrijving(en) met ingang van de datum dat zij ingeschreven zijn dienen te worden doorgehaald. Het hof zal de Kamer van Koophandel opdragen het handelsregister in zoverre aan te passen.
Slotsom
16. Om redenen van doelmatigheid zal de beschikking waarvan beroep worden vernietigd en er zal opnieuw worden beslist zoals hieronder aangegeven.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
en opnieuw beslissende:
gelast de Kamer van Koophandel Friesland om:
- voor zover [appellant] en/of [geïntimeerde sub 7] niet (meer) als bestuurslid van de stichting Schaapstil in het handelsregister staan ingeschreven, [appellant] en/of [geïntimeerde sub 7] met ingang van de datum dat zij uitgeschreven zijn (opnieuw) als bestuurslid van die stichting in te schrijven;
- voorzover er anderen dan [appellant] en [geïntimeerde sub 7] in het handelsregister als bestuurslid van de stichting De Schaapstil staan ingeschreven, zoals bijvoorbeeld [geïntimeerde sub 2], [geïntimeerde sub 3], [geïntimeerde sub 4], [geïntimeerde sub 5] en/of [geïntimeerde sub 6], deze inschrijving(en) met ingang van de datum dat zij ingeschreven zijn door te halen;
wijst af het meer of anders verzochte;
Aldus gegeven door mrs Boon, voorzitter, Wachter en Postma, raden, en uitgesproken door mr Streppel, vice-president, lid van een enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mevrouw Haites-Verbeek als griffier ter openbare terechtzitting van dit hof van woensdag 24 augustus 2005.