ECLI:NL:GHLEE:2005:AT9779
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde verzuimboete wegens te late betaling van omzetbelasting
In deze zaak heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 22 juli 2005 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, X, tegen de beslissing van de inspecteur van de Belastingdienst. De zaak betreft de oplegging van een verzuimboete van € 140,-- aan belanghebbende wegens te late betaling van de omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2004. De inspecteur handhaafde de boete na een bezwaarschrift van belanghebbende, waarop deze in beroep ging bij het hof.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende heeft de verschuldigde omzetbelasting van € 2.815,-- op 3 mei 2004 betaald, terwijl deze vóór 1 mei 2004 betaald had moeten zijn. Dit was niet de eerste keer dat belanghebbende te laat betaalde; in de zeven voorafgaande tijdvakken was er ook sprake van betalingsverzuim. De inspecteur legde daarom een boete op van 5% van het te laat betaalde bedrag, conform de regels in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.
Belanghebbende betwist de boete en stelt dat hij op 29 april 2004 geen betaling kon doen door een defecte random-reader van de Rabobank. Het hof oordeelt echter dat deze omstandigheid in de risicosfeer van belanghebbende ligt en dat er geen feiten zijn die de boete onterecht maken. Het hof acht het aannemelijk dat belanghebbende eerder betalingsverzuim heeft vertoond en dat de inspecteur hem hierover correct heeft geïnformeerd.
Uiteindelijk verklaart het hof het beroep ongegrond en bevestigt de opgelegde boete. De proceskosten worden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.W. Keuning, raadsheer-plaatsvervanger, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. H. de Jong.