2. De feiten.
2.1 Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen vast:
2.2 Belanghebbende is sinds begin jaren 80 werkzaam in L. In 1983 maakt belanghebbende als vennoot deel uit van de maatschap C met als maten D en belanghebbende. In mei 1983 kochten zij de onroerende zaak a-laan 12 te L om hierin hun groepspraktijk voort te zetten. In de aangifte over 1983 en ook in latere aangiften is het pand geheel tot het ondernemingsvermogen gerekend. In 1992 heeft belanghebbende, bij gelegenheid van splitsing van de groepspraktijk het aandeel van D in het pand overgenomen en eveneens tot zijn ondernemingsvermogen gerekend.
2.3 In december 1999, nadat het pand in de voorgaande jaren deels is verhuurd en is uitgebreid, verzoekt belanghebbende toestemming voor het overbrengen van het pand naar zijn privé-vermogen. De inspecteur heeft dit geweigerd.
2.4 In maart 2000 verzoekt belanghebbende de inspecteur zijn standpunt te heroverwegen. De inspecteur verzoekt daarop bij brief d.d. 6 juli 2000 om nadere informatie. Bij brief d.d. 17 juli 2000 doet de gemachtigde de inspecteur diverse bescheiden toekomen. Bij schrijven van 20 juli 2000 deelt de inspecteur aan de gemachtigde mee dat het pand niet naar het privé-vermogen mag worden overgebracht.
2.5 Bij brief van 3 november 2000 deelt de gemachtigde mee niets meer te hebben vernomen en er daarom vanuit te gaan dat het pand a-laan 12 te L tot het privé-vermogen van belanghebbende gerekend mag worden. Hij verzoekt voorts het pand, in samenwerking met een taxateur van de belastingdienst, minnelijk te mogen waarderen. Op 8 november 2000 deelt de inspecteur mee dat het -ontkennend- antwoord reeds op 20 juli 2000 is verzonden. Van een minnelijke waardering kan om die reden dan ook geen sprake zijn.
2.6 De gemachtigde stelt vervolgens in een brief d.d. 6 december 2000 dat de brief van 20 juli 2000 hem niet heeft bereikt. Hij spreekt voorts zijn verbazing uit over het door de inspecteur ingenomen standpunt. Hij verwijst daarbij naar de jurisprudentie en zijn ervaringen in de praktijk. Bij brief d.d. 19 december 2000 verzoekt de inspecteur de gemachtigde hem bedoelde de jurisprudentie te noemen. Bij schrijven van 16 januari 2000 verschaft de gemachtigde de verzochte informatie.
2.7 De inspecteur ziet geen aanleiding op zijn eerder ingenomen standpunt terug te komen en deelt dit bij brief d.d. 31 januari 2001 aan de gemachtigde mee.
2.8 In de aangifte IB/PH over 2000 is het gehele pand, a-laan 12 te L, door de gemachtigde per 1 januari 2000 overgebracht naar het privé-vermogen van belanghebbende en werd een boekwinst aangegeven. Bij de aanslagregeling werd deze overgang geweigerd en in de bezwaarfase werd deze beslissing gehandhaafd. Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak geen beroep aangetekend daar het belastbare inkomen in de aanslag lager werd vastgesteld dan door hem was aangegeven.
2.9 In de aangifte IB/PH over 2001 rekent de gemachtigde het pand wederom tot het privé-vermogen. Op 18 maart 2003 kondigt de inspecteur aan van de aangifte te zullen afwijken. De gemachtigde reageert hierop bij brief van 2 april 2003. Hij stelt zijn standpunt eerder te hebben verwoord in een brief van 1 maart 2002 en niet akkoord te gaan met de door de inspecteur voorgestelde correcties. 2.10 Op 28 april 2003 tekent de gemachtigde bezwaar aan tegen de onderhavige aanslag.
2.11 Op 15 mei 2003 hebben de inspecteur en de gemachtigde het bezwaar telefonisch besproken. Hierbij werd vastgesteld dat de wederzijdse standpunten voldoende uiteen waren gezet en dat formeel horen achterwege gelaten kon worden. De inspecteur heeft verder aangekondigd het bezwaar aanstonds te zullen afwijzen. De gemachtigde deelde daarop mee met belanghebbende in overleg te zullen treden.
Op dezelfde dag, 15 mei 2003, heeft de inspecteur schriftelijk uitspraak gedaan op het bezwaar en is voorts deze uitspraak verzonden aan de gemachtigde. De afdeling invordering werd door de inspecteur van de afwijzing op de hoogte gesteld en op dezelfde dag is nog een mededeling intrekking van het uitstel opgemaakt, welke aan belanghebbende werd gezonden. In dit bericht stond onder meer: “Hierbij deel ik u mee dat het uitstel is vervallen omdat de in de uitstelbeschikking genoemde termijn inmiddels is verstreken of op het bezwaar- of beroepschrift inmiddels is beslist”.
2.12 Op 9 juli 2003 werd door de inspecteur een terugbelnotitie van het kantoor van de gemachtigde van belanghebbende op zijn bureau gevonden. De inspecteur heeft daarop met de in de notitie genoemde medewerkster van het kantoor van de gemachtigde gebeld. Namens de gemachtigde verzocht zij om toezending van de brief van 28 januari 2000. De inspecteur heeft deze brief dezelfde dag per telefax toegezonden.
2.13 Op 21 juli 2003 is aan belanghebbende een aanmaning gezonden waarna het nog openstaande bedrag van de aanslag op 4 augustus 2003 door hem is betaald.
2.14 Bij brief van 12 augustus 2003 verzoekt de gemachtigde de inspecteur hem een schriftelijke mededeling omtrent zijn standpunt toe te sturen. De inspecteur heeft hierop bij brief d.d. 14 augustus 2003 geantwoord en voorts de brieven d.d. 31 januari 2001 en 26 februari 2002 nogmaals aan de gemachtigde toegezonden.
2.15 Bij brief d.d. 18 augustus 2003 stelt de gemachtigde dat het standpunt van de inspecteur hem duidelijk is, maar dat hij de definitieve afwijzing op het bezwaarschrift wil ontvangen. Ter antwoord stuurt de inspecteur, bij brief d.d. 19 augustus 2003, aan de gemachtigde een kopie van de uitspraak op het bezwaar toe.
In reactie hierop stelt de gemachtigde bij brief d.d. 20 augustus 2003 het volgende: “ Met verbazing uw reactie op onze brief van 18 augustus 2003 ontvangen. Blijkens uw brief met bijlage zou uw definitieve afwijzing reeds op 15 mei naar ons kantoor zijn gezonden. Deze uitspraak is echter nooit bij mij aangekomen, waardoor ik steeds in afwachting was. Voor een uitspraak van de Belastingrechter zal ik verzoeken het beroepschrift ontvankelijk te verklaren.”
2.16 Op 17 september 2003 is het beroepschrift ter griffie van het hof ingediend.