ECLI:NL:GHLEE:2005:AT7386
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kwalificatie van een onroerende zaak als eigen woning in het kader van de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 10 juni 2005, staat de kwalificatie van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te M centraal. De belanghebbende, die in 2001 een belastbaar inkomen uit werk en woning had van € 30.479, was in geschil met de Belastingdienst over de vraag of deze onroerende zaak als eigen woning kon worden aangemerkt volgens artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001. De inspecteur had de aanslag gehandhaafd, ondanks het bezwaar van de belanghebbende, die stelde dat de door hem betaalde hypotheekrente volledig aftrekbaar was.
De feiten tonen aan dat de belanghebbende sinds eind 2000 niet meer in de onroerende zaak aanwezig kon zijn vanwege verslechterde gezondheid. De woning was in 1997 gekocht en er waren plannen voor verbouwing, maar deze waren nog niet afgerond. De belanghebbende had zijn gezin ingeschreven op een ander adres, maar had geen postadres opgegeven aan de belastingdienst. De inspecteur concludeerde dat de woning niet geschikt was voor bewoning en dat de belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de woning hem als eigen woning ter beschikking zou staan.
Het hof oordeelde dat de belanghebbende niet in zijn bewijslast was geslaagd. De onroerende zaak was ultimo 2001 niet geschikt voor bewoning en de werkzaamheden aan de woning waren niet afgerond. Het hof verklaarde het beroep ongegrond, waarbij het ook opmerkte dat de gevolgen van het ontbreken van een postadres voor rekening van de belanghebbende kwamen. De beslissing van het hof was dat de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2001 terecht was opgelegd.