ECLI:NL:GHLEE:2005:AT6904
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van studiekosten als buitengewone lasten in de inkomstenbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 3 juni 2005, staat de aftrekbaarheid van studiekosten als buitengewone lasten ter discussie. De belanghebbende, die in 1998 een belastbaar inkomen had van ƒ 50.003, had kosten gemaakt voor verschillende opleidingen en cursussen, die hij als aftrekbare studiekosten in zijn aangifte inkomstenbelasting had opgevoerd. De inspecteur van de Belastingdienst weigerde echter deze kosten in aftrek te laten, wat leidde tot een beroepsprocedure.
De belanghebbende, die sinds 1979 een WAO-uitkering ontvangt, stelde dat de kosten die hij had gemaakt voor zijn studies noodzakelijk waren voor zijn beroepsmatige ontwikkeling. Hij had verschillende vakken gevolgd op het gebied van rechtsgeleerdheid, psychologie en geneeskunde. De inspecteur betwistte dit en stelde dat de belanghebbende de studies om persoonlijke redenen had gevolgd, en dat de kosten daarom niet als buitengewone lasten konden worden aangemerkt.
Tijdens de zitting op 11 mei 2005 heeft de belanghebbende zijn standpunt toegelicht, maar het hof oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat de kosten in redelijkheid als aftrekbaar konden worden beschouwd. Het hof benadrukte dat uitgaven voor opleidingen alleen aftrekbaar zijn als de belastingplichtige kan aantonen dat de verworven kennis productief kan worden gemaakt en zijn maatschappelijke positie kan verbeteren. De belanghebbende kon dit niet voldoende onderbouwen.
Het hof concludeerde dat de inspecteur de studiekosten terecht niet als aftrekbaar had aangemerkt en verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd op 8 juni 2005 aangetekend verzonden aan beide partijen.