ECLI:NL:GHLEE:2005:AT4677
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaarschrift en legesheffing bouwvergunning
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een belanghebbende en de gemeente Aa en Hunze over de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift en de hoogte van leges die in rekening zijn gebracht voor een bouwvergunning. De belanghebbende had op 1 juli 2003 een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van drie recreatiewoningen, waarvoor leges van in totaal € 4.816,72 waren geheven. Op 22 januari 2004 werd een bouwvergunning verleend voor een vierde woning, met een legesbedrag van € 1.665,03. De belanghebbende diende op 26 maart 2004 een bezwaarschrift in, maar dit werd door de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De belanghebbende stelde dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend en dat de leges te hoog waren, aangezien de gemeente niet of nauwelijks werkzaamheden had verricht voor de vergunningverlening.
Het gerechtshof te Leeuwarden oordeelde dat het bezwaarschrift inderdaad tijdig was ingediend, ondanks dat het naar het college van burgemeester en wethouders was gestuurd in plaats van naar de heffingsambtenaar. Het hof stelde vast dat de leges in overeenstemming waren met de geldende verordening en dat er geen bewijs was dat de gemeente winst had gemaakt op de leges. De rechtbank vernietigde de eerdere uitspraak van de heffingsambtenaar, verklaarde het bezwaar ontvankelijk en handhaafde het bedrag van de leges. Tevens werd de gemeente aangewezen als de rechtspersoon die het griffierecht moest vergoeden aan de belanghebbende.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedure bij het indienen van bezwaarschriften en de noodzaak voor gemeenten om transparant te zijn over de leges die zij heffen. Het hof bevestigde dat de leges niet te hoog waren en dat de gemeente zich aan de wettelijke bepalingen had gehouden.