2.1. De belanghebbende, geboren op .. november 19.., drijft sinds 1 juni 2001 tezamen met zijn echtgenote in maatschapsverband een onderneming. De ondernemingsactiviteiten bestaan uit fiscale en administratieve dienstverlening voor medische beroepen.
2.2. Tot 15 juni 2001 is de belanghebbende gedurende 13 jaar in dienstverband werkzaam geweest bij A B.V. (: A). De A richt zich op dienstverlening voor medici.
2.3. Bij de start van belanghebbendes onderneming is een deel van de cliënten van de A op eigen initiatief overgestapt naar het bedrijf van belanghebbende en zijn echtgenoot.
2.4. In de periode van eind 1982 tot eind 1985 heeft de belanghebbende full time de controleursopleiding van de belastingdienst gevolgd.
2.5. Van 1986 tot medio 1992 heeft de belanghebbende de opleiding tot belastingadviseur aan de Federatie belastingacademie gevolgd.
2.6. Op 22 juni 1999 is de belanghebbende geslaagd voor de opleiding tot Financiële Planner aan het Instituut voor Fiscale kennisoverdracht.
2.7. Op 8 juni 2001 is de belanghebbende begonnen met een kopstudie fiscaal recht aan de universiteit van L. Op 20 januari 2003 had de belanghebbende alle voorgeschreven studiepunten voor deze kopstudie behaald. Op 22 april 2003 werd belanghebbendes scriptie goedgekeurd en op 23 mei 2003 is de belanghebbende in Leiden afgestudeerd voor de doctoraalstudie fiscaal recht.
2.8. De volledige studie fiscaal recht vergt normaliter 168 studiepunten. De belanghebbende heeft voor 81 studiepunten een vrijstelling genoten, zodat hij 87 studiepunten diende te behalen.
2.9. De door de belanghebbende gevolgde kopstudie fiscaal recht aan de rijksuniversiteit L is een opleiding die in samenwerking met de Federatie van Belastingadviseurs tot stand is gekomen. Deze opleiding wordt alleen aangeboden aan personen die reeds in het bezit zijn van het diploma federatief examen voor belastingadviseur. De opleiding heeft een duur van 19 maanden en de kostprijs voor de studie bedraagt ƒ 25.000,--, te betalen in 19 maandelijkse termijnen.
2.10. In het voorwoord van de studiegids Kopopleiding Fiscaal recht voor Federatie Belastingadviseurs (: de studiegids) staat onder meer het volgende vermeld:
“De opleiding moet resulteren in een volwaardige meestertitel. Dat wil zeggen dat, behoudens de verleende vrijstellingen, het normale curriculum van toepassing is. Het zou niet acceptabel zijn als de Federatie Belastingadviseurs een meestertitel zouden verwerven die een afwijkende maatschappelijke status zou hebben. Dat betekent dat er ook geen concessies kunnen worden gedaan aan inhoud en niveau van het curriculum”.
Verder is in het voorwoord aangegeven dat de opleiding zwaar is, maar haalbaar is binnen 19 maanden.
2.11. Bij de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs telt een lid dat de volledige zesjarig (HBO) opleiding van de Federatie belastingacademie heeft gevolgd even zwaar als een lid dat academisch is gevormd. Dezelfde rechten en plichten zijn van toepassing. Wil iemand met een afgeronde studie fiscaal recht als lid tot de Federatie toetreden, dan moet een aanvullende praktijkstudie, die een jaar duurt, worden gevolgd.
1.12. De belanghebbende heeft een ter zake van de kosten van de door hem gevolgde kopstudie een bedrag van € 2.744,-- (75% van € 3.658,--) bij het bepalen van zijn winst uit onderneming in aftrek gebracht. Tevens heeft de belanghebbende ter zake van de onderhavige kopstudie scholingsaftrek tot een bedrag van € 2.836,-- ten laste gebracht van zijn winst uit onderneming voor het jaar 2001. In de aangifte IB/PV voor het jaar 2001 heeft de belanghebbende zijn belastbaar inkomen uit werk en woning becijferd op een bedrag van
€ 90.509,--
2.13. De inspecteur heeft bij het opleggen van de aanslag IB/PV voor het jaar 2001 de onder punt 2.12 genoemde bedragen niet in aftrek toegelaten. Ter zake van de door de belanghebbende gevolgde kopstudie heeft de inspecteur wel een bedrag van € 3.158,--
(€ 3.658,-- minus de drempel van € 500,--) als scholingsuitgaven op belanghebbendes inkomen uit werk en woning in mindering gebracht. Het belastbaar inkomen uit werk en woning heeft de inspecteur – in afwijking van belanghebbendes aangifte – vastgesteld op een bedrag van € 92.931,--.
2.14. Bij het opleggen van de aanslag IB/PV voor het jaar 2002 heeft de inspecteur de door de belanghebbende opgevoerde kosten ter zake van de kopstudie wel als ondernemingskosten in aftrek toegelaten. Deze aangifte is door de inspecteur administratief afgedaan; een inhoudelijke beoordeling van de aangifte heeft niet plaatsgevonden.