ECLI:NL:GHLEE:2004:AR5158
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Drion
- Rechtspraak.nl
Aftrekbaarheid van kosten voor hulpmiddelen in het kader van ziekte en invaliditeit
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 29 oktober 2004, staat de aftrekbaarheid van kosten voor een elektrische fiets centraal. De belanghebbende, geboren op 7 oktober 1939 en gehuwd, ontving een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2001. Hij had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, dat door de inspecteur op 26 februari 2004 was afgewezen. De belanghebbende stelde dat de kosten van de aanschaf van een elektrische fiets voor zijn echtgenote, die lijdt aan de ziekte van Parkinson, aftrekbaar zijn als uitgaven ter zake van ziekte en invaliditeit volgens artikel 6.17 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Tijdens de mondelinge behandeling op 27 augustus 2004 in Groningen, werd het standpunt van de belanghebbende toegelicht, waarbij hij stelde dat de fiets als hulpmiddel moet worden aangemerkt. De inspecteur daarentegen betwistte dit. Het hof overwoog dat voor de kwalificatie van een hulpmiddel vereist is dat het een bijzondere hoedanigheid bezit, die het gebruik door gezonde personen uitsluit. Aangezien de fiets niet specifiek voor de echtgenote was aangepast en niet te onderscheiden was van fietsen die door gezonde mensen worden gebruikt, kon het hof niet aannemen dat de fiets als hulpmiddel in de zin van de wet kon worden aangemerkt.
Het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter, Mr. Drion, in tegenwoordigheid van de griffier, de heer Haarsma.