ECLI:NL:GHLEE:2004:AR3959
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- prof. mr. Aardema
- mr. Van der Meer
- mr. Van Westen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting en aftrekbaarheid van kosten
In deze zaak is het Gerechtshof Leeuwarden op 8 oktober 2004 tot een uitspraak gekomen over een geschil tussen de besloten vennootschap X BV en de inspecteur van de Belastingdienst inzake de vennootschapsbelasting voor het jaar 2000. De belanghebbende, X BV, was door de inspecteur aangeslagen naar een belastbaar bedrag van f. 39.022,--. Na een verbeterde aangifte, waarin de belanghebbende kosten ter hoogte van f. 12.000,-- en f. 7.000,-- wilde aftrekken, handhaafde de inspecteur de aanslag. De belanghebbende stelde dat deze bedragen als kosten ten laste van de winst konden worden aangemerkt, terwijl de inspecteur dit ontkende.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2004 was de gemachtigde van de belanghebbende niet verschenen, maar de inspecteur was wel aanwezig. De belanghebbende had in haar verbeterde aangifte de autokosten van f. 12.000,-- opgevoerd, maar de inspecteur betwistte de onderbouwing hiervan, omdat er geen rittenadministratie of andere bewijsstukken waren overgelegd. Daarnaast betrof de betaling van f. 7.000,-- de verwerving van aandelen, wat volgens de inspecteur niet als aftrekbare kosten kon worden aangemerkt.
Het hof oordeelde dat de vergoeding van f. 12.000,-- aan de directeur-grootaandeelhouder niet als verkapte winstuitdeling kon worden aangemerkt, omdat niet was aangetoond dat deze vergoeding bovenmatig was. De kosten waren in dit geval wel aftrekbaar. Echter, de betaling van f. 7.000,-- voor de aandelen werd niet als aftrekbaar beschouwd, omdat deze uitgave niet zakelijk was en ten laste van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder kwam. Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep van de belanghebbende gegrond, verminderde de aanslag tot f. 27.022,-- (€ 12.262,--) en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van de proceskosten.