ECLI:NL:GHLEE:2004:AR3398
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Boon
- Bax-Stegenga
- Melssen
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beslissing tot afgifte van een kind aan biologische ouders
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de biologische ouders en de wensouders van een kind. De rechtbank te Groningen had op 20 juli 2004 bepaald dat de wensouders het kind binnen twee weken aan de biologische ouders moesten afgeven. Deze beschikking was uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De wensouders hebben in hoger beroep verzocht om schorsing van deze uitvoerbaarverklaring, omdat zij van mening zijn dat het in het belang van het kind is om de huidige situatie te handhaven. Zij stellen dat het kind zich in een fase van hechting bevindt en dat een overdracht aan de biologische ouders ernstige gevolgen kan hebben voor de ontwikkeling van het kind.
De biologische ouders hebben het verzoek van de wensouders gemotiveerd weersproken. Zij stellen dat zij recht hebben op gezinsleven met hun kind en dat de wensouders misbruik maken van de situatie door de afgifte van het kind te frustreren. De vertegenwoordiger van de raad heeft ook aangegeven dat wisselingen van verzorgers niet in het belang van het kind zijn.
Het hof heeft de belangen van het kind vooropgesteld en geconcludeerd dat het niet in het belang van het kind is om op korte termijn van verzorgers te veranderen. Het hof heeft daarom de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van de beschikking van de rechtbank geschorst, voor zover deze betrekking heeft op de afgifte van het kind aan de biologische ouders binnen de gestelde termijn.