ECLI:NL:GHLEE:2004:AR2661
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. E. Aardema
- M. Haarsma
- Rechtspraak.nl
Waardebeschikking onroerende zaak en geschil over vastgestelde waarde
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, staat de waardebeschikking van een onroerende zaak centraal. De ambtenaar had op 15 februari 2003 de waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 20 te Z vastgesteld op € 252.000, met als waardepeildatum 1 januari 2003. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, heeft bezwaar gemaakt tegen deze waardebeschikking, waarna de ambtenaar het bezwaar ongegrond verklaarde op 28 mei 2003. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij het hof op 4 juli 2003, dat op 9 september 2004 uitspraak deed.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juni 2004 werd het standpunt van de belanghebbende dat de onroerende zaak op 1 januari 2002 voor 100% gereed was, tegenover het standpunt van de ambtenaar dat de woning slechts voor 75% gereed was, gepresenteerd. De gemachtigde van de ambtenaar erkende na het tonen van een foto dat de bestrating van de woning gereed was, wat de waarde van de woning in twijfel trok. Het hof concludeerde dat de woning op 1 januari 2002 inderdaad voor 100% gereed was, en dat de ambtenaar niet op basis van artikel 19, lid 2, van de Wet waardering onroerende zaken een nadere waardebeschikking had mogen geven.
Het hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de eerdere uitspraak en de waardebeschikking van 15 februari 2003. Tevens werd de gemeente Smallingerland gelast het door de belanghebbende betaalde griffierecht van € 31,-- te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door Prof. mr. E. Aardema, vice-president en voorzitter van de eerste enkelvoudige belastingkamer, in aanwezigheid van griffier M. Haarsma.