ECLI:NL:GHLEE:2004:AP1470
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J. Poelman
- M. Weenink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van administratieve sanctie wegens verlies geldigheid keuringsbewijs
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 april 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam van 12 december 2003. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van zijn beroep door de kantonrechter. De kantonrechter had een administratieve sanctie van €86 opgelegd aan de betrokkene, omdat het keuringsbewijs van zijn voertuig zijn geldigheid had verloren. Deze gedraging vond plaats op 24 juli 2002. De gemachtigde voerde aan dat de omstandigheden waaronder de gedraging was verricht, het opleggen van de sanctie niet billijken, en dat er al eerder sancties waren opgelegd voor vergelijkbare gedragingen.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Het hof concludeerde dat de betrokkene, of zijn broer als zijn zaakwaarnemer, niet op de hoogte was van het verlies van de geldigheid van het keuringsbewijs op het moment van de gedraging. Het hof oordeelde dat het eenmaal opleggen en effectueren van een sanctie wegens het verlies van de geldigheid van het keuringsbewijs voldoende was om de normhandhaving adequaat te verzekeren. Gezien deze omstandigheden oordeelde het hof dat het opleggen van een sanctie niet gerechtvaardigd was.
Daarom heeft het hof de beslissing van de kantonrechter en de beslissing van de officier van justitie vernietigd. Tevens werd bepaald dat het bedrag van €86 dat door de betrokkene was gestort ter zekerheid, door de advocaat-generaal aan hem moest worden gerestitueerd. Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het opleggen van administratieve sancties en de noodzaak om rekening te houden met de omstandigheden van de betrokkene.