ECLI:NL:GHLEE:2004:AO4029
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- F.J.W. Drion
- S.A.W.J. Strik
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en toerekening van ontvangsten aan de winst van een onderneming
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 10 februari 2004, staat de vraag centraal of de inspecteur terecht de ontvangsten van C tot de winst van belanghebbende heeft gerekend. Belanghebbende, die in 1999 een belastbaar inkomen had van f 47.092,-, had bezwaar aangetekend tegen de aanslag inkomstenbelasting die door de inspecteur was opgelegd. De inspecteur handhaafde de aanslag, wat leidde tot een beroepsprocedure. Tijdens de zitting op 18 november 2003 werd duidelijk dat belanghebbende, die haar onderneming A dreef, geen aangifte inkomstenbelasting had ingediend voor de jaren 1997 en 1998, wat leidde tot een ambtshalve aanslag voor 1998. De inspecteur concludeerde dat de ontvangsten van C, die door belanghebbende werden ontvangen, deel uitmaakten van de winst van haar onderneming.
Het hof heeft vastgesteld dat de inspecteur op basis van de beschikbare gegevens en de verklaringen van belanghebbende en haar vader, die de onderneming eerder dreef, terecht de ontvangsten van C tot de winst heeft gerekend. Belanghebbende had de last om aan te tonen dat de situatie in 1999 was gewijzigd ten opzichte van 1998, maar is hierin niet geslaagd. Het hof oordeelde dat de inkomsten van C, die aan haar vader waren uitbetaald, uiteindelijk ook aan belanghebbende ten goede konden zijn gekomen. De verzoeken om getuigen te horen werden afgewezen, omdat deze niet relevant waren voor de beoordeling van de feiten in 1999.
Uiteindelijk verklaarde het hof het beroep ongegrond, wat betekent dat de aanslag in stand bleef. De uitspraak werd op 18 februari 2004 aan beide partijen verzonden, en de proceskosten werden niet toegewezen.