ECLI:NL:GHLEE:2004:AO3753
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Meijeringh
- J. Breemhaar
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis voorzieningenrechter inzake executiegeschil dwangsommen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Leeuwarden, uitgesproken op 19 juni 2003. De appellant, [appellant], heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarin de voorzieningenrechter een vordering van [appellant] om de executie van dwangsommen te schorsen, had afgewezen. De appellant stelt dat de executie van de dwangsommen tot een bedrag van € 25.000,-- onaanvaardbaar is, nu het hek waarover het geschil gaat, niet op slot zat. Het hof heeft vastgesteld dat er geen juridische of feitelijke misslagen zijn in het vonnis van 27 juni 2002, waartegen de executie is gericht. Het hof heeft de grieven van de appellant gezamenlijk behandeld en geconcludeerd dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat er geen grond is voor schorsing van de executie.
Het hof heeft overwogen dat in een executiegeschil geen inhoudelijke bezwaren tegen een uitspraak kunnen worden aangevoerd, tenzij er sprake is van misbruik van bevoegdheid. Dit is niet aangetoond door de appellant. Het hof heeft voorts vastgesteld dat de appellant in eerste aanleg geen bewijs heeft aangeboden ter onderbouwing van zijn stellingen. De voorzieningenrechter had zich op basis van een videoband een oordeel gevormd over de situatie van het hek, en het hof heeft deze waarneming overgenomen. De appellant heeft nagelaten om tijdig aan de verplichtingen uit het vonnis van 27 juni 2002 te voldoen, wat ook heeft bijgedragen aan de beslissing van het hof.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de voorzieningenrechter bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 245,-- aan verschotten en € 771,00 aan salaris voor de procureur.