ECLI:NL:GHLEE:2004:AO2996
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. Aardema
- Lorist
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake inkomstenbelasting en navorderingsaanslag
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 30 januari 2004, staat de ontvankelijkheid van het beroepschrift van belanghebbende centraal. De belastingkamer heeft geoordeeld dat het beroepschrift, dat op 18 februari 2003 is ingediend, niet ontvankelijk is omdat het niet binnen de wettelijke termijn van zes weken na de dagtekening van de uitspraak van het hoofd van de belastingdienst is ingediend. De uitspraak van het hoofd was gedateerd op 19 december 2002, en het beroepschrift is te laat ingediend, waardoor de belastingkamer het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Belanghebbende heeft vervolgens verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij de gemachtigde aanvoert dat de uitspraak van het hoofd op 18 december 2002 slechts een toelichting was en dat de voor beroep vatbare uitspraak op 22 januari 2003 zou zijn gedaan. Echter, het hof heeft vastgesteld dat de stukken die zijn overgelegd, betrekking hebben op een navorderingsaanslag en niet op de aanslag waartegen het beroep is ingesteld. De belastingkamer heeft geen aanleiding gezien om belanghebbende te horen, aangezien er geen verzoek om een mondelinge behandeling is gedaan.
Uiteindelijk heeft het hof, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten dat het verzet ongegrond is. De uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden is gedaan door prof. mr. Aardema, vice-president, in aanwezigheid van de griffier Lorist. De uitspraak is op 4 februari 2004 aangetekend aan de partijen verzonden.