ECLI:NL:GHLEE:2004:AO2993
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Huiskes
- F.J.W. Drion
- S.A.W.J. Strik
- Rechtspraak.nl
Waardering van woonwagens en standplaatsen onder de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te Leeuwarden op 30 januari 2004, staat de waardering van woonwagens en hun standplaatsen centraal. De belanghebbende, Stichting X, heeft beroep aangetekend tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van de gemeente Sneek, die de waarde van 25 afzonderlijke woonwagenstandplaatsen met bijbehorende woonwagens had vastgesteld. De heffingsambtenaar had in zijn beschikking van 31 augustus 2001 de waarde van deze onroerende zaken vastgesteld voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Het hof heeft de feiten en de procesgang in detail bekeken, waarbij het opmerkt dat de belanghebbende niet ter zitting verscheen, maar wel een beroepschrift indiende.
Het geschil draait om de vraag of de woonwagens los van de grond als afzonderlijke objecten voor de Wet kunnen worden beschouwd. De belanghebbende stelt dat dit het geval is, terwijl de heffingsambtenaar van mening is dat de standplaats en de bijbehorende woonwagen als één object moeten worden gezien. Het hof overweegt dat de woonwagen, gezien de aard van de constructie en de aansluiting op nutsvoorzieningen, als onroerend moet worden beschouwd. Het hof verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is vastgesteld dat woonwagenstandplaatsen en woonwagens samen een samenstel vormen van ongebouwd en gebouwd eigendom.
Uiteindelijk komt het hof tot de conclusie dat de beschikking van de heffingsambtenaar terecht is, en dat de woonwagens en standplaatsen als één geheel moeten worden gewaardeerd. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en er worden geen proceskosten aan de heffingsambtenaar opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 30 januari 2004.