ECLI:NL:GHLEE:2003:AN7526
Gerechtshof Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Prof. mr. Aardema
- mr. De Jong
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroepschrift inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonbelasting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden op 30 oktober 2003, staat de ontvankelijkheid van het beroepschrift centraal. De belanghebbende, een besloten vennootschap X B.V. gevestigd te Z, had beroep ingesteld tegen een uitspraak van de inspecteur van de belastingdienst, die een boetebeschikking had opgelegd in verband met naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonbelasting. De inspecteur had de boetes opgelegd voor de tijdvakken september, oktober en december 2000, en de belanghebbende stelde dat zij het beroepschrift tijdig had ingediend op 27 mei 2002, per fax. Echter, het Gerechtshof oordeelde dat het beroepschrift pas op 31 mei 2002 was ontvangen, en daarmee niet binnen de wettelijke termijn van zes weken na de uitspraak van de inspecteur, gedateerd op 16 april 2002.
De voorzitter van het hof verklaarde het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk, omdat de indiening van het beroepschrift niet binnen de door de wet gestelde termijn had plaatsgevonden. De belanghebbende voerde aan dat zij ernstig gedupeerd werd door deze niet-ontvankelijkverklaring en dat de inspecteur aanvankelijk bereid was om de boetes te matigen. De inspecteur daarentegen stelde dat de belanghebbende had nagelaten te controleren of het faxbericht daadwerkelijk was verzonden en dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift van openbare orde is, waardoor een hardheidsclausule niet van toepassing is.
Het hof concludeerde dat de belanghebbende niet in verzuim was geweest en dat er geen reden was om af te wijken van de wettelijke termijn. De voorzitter heeft derhalve terecht het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het hof verklaarde het verzet ongegrond, waarmee de uitspraak van de inspecteur in stand bleef. De uitspraak werd gedaan ter openbare terechtzitting, waarbij de vice-president en de griffier aanwezig waren en de uitspraak ondertekend werd door beide partijen.